Scheepsbouwers zoeken via het
web naar internationale markten

Door Dirk van der Meulen
(ook te lezen in de Binnenvaartkrant van 14 augustus 2001)

De VNSI was er al vroeg bij op internet, met een fraai ontworpen site. Nederlands- en Engelstalig, dynamisch door een minifilmpje van een tewaterlating voorop, wisselende werkplaatjes, strakblauwe kleurstelling, en knoppen naar alles wat je maar wilt weten over VNSI, de leden, opleidingen, vacatures, publicaties, tewaterlatingen, statistieken, plus functies als info aanvragen, externe links, zoeken en e-mail versturen naar VNSI.

Maar intussen zijn we een aantal fasen verder en blijkt het ontwerp aan slijtage en onderhoud onderhevig. Iedereen is nog steeds ‘Welkom bij VNSI’, maar de toevoeging van SeaQuipment en BMT op het openingsscherm zorgen voor uitstulpingen die de ontwerper van de site vast niet zo had bedoeld. Het eens gelanceerde lespakket ‘Scheepsbouw houdt de vaart erin’ heet in de aankondiging nog even ‘nieuw’ als toen.

Kwalificatie Scheepsbouwer
De Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie (VNSI) is een samenwerkingsverband van zo'n 95 werven dat de belangen behartigt van de scheepsbouwers en scheepsreparateurs. Aan die doelstelling verandert niet veel, afgezien van wat mutaties in het aantal werven. ‘De scheepsbouw heeft jou nodig!’ roept de rubriek ‘Opleidingen’. VNSI lokt nieuwe scheepsbouwers met een vergoeding van fl.1.600,- voor het eerste studiejaar van de vierjarige dagopleiding MBO-scheepsbouw aan het Scheepvaart en Transport College te Rotterdam.

Onder hetzelfde kopje ook meer informatie over Project VAKS (Vakopleiding Kwalificatie Scheepsbouwer), de werknaam voor het project dat is opgestart om de les- en leermiddelen voor de beroepsopleiding tot scheepsmetaalbewerker te moderniseren. Onder ‘vacatures’ een lange opsomming, met enkele van een jaar oud, de persberichten onder ‘Publicaties’ zijn nog ouder, en de schepen onder ‘Tewaterlatingen’ hebben wellicht al weer een werfbeurt gehad. ‘De scheepsbouw 1999 in cijfers’ in de rubriek ‘Statistieken’ roept evenmin visioenen van actualiteit op, eerder van achterstallig onderhoud.

SeaQuipment, ‘de eerste elektronische catalogus voor maritieme bedrijven’, is een functionele toevoeging binnen de VNSI-site. Deelnemende toeleveranciers houden er hun eigen productaanbod actueel. De catalogus telt naar verluidt zo’n 1350 componenten waar je als scheepsbouwer en -eigenaar op z’n tijd om verlegen kunt zitten. Overzichtelijk ingedeeld naar systemen, subsystemen, componenten, merken en bedrijven. Uitsluitend Engelstalig. Geen directe bestelmogelijkheden, wel uitgebreide leveranciersinformatie inclusief een link naar eigen website etc. SeaQuipment is mede een intiatiatief van de Stichting BMT (Branchecentrum Maritieme Technologie), van VNSI samen met HISWA Vereniging en Vereniging Holland Marine Equipment (HME).

Verschillende tekensystemen
Volgens BMT hebben maritieme toeleveranciers, onderaannemers en scheepswerven een probleem: ‘Als het gaat om uitwisseling van tekeningen en andere productinformatie spreken ze verschillende "talen" omdat zij verschillende tekensystemen gebruiken. Veelal kunnen tekeningen gemaakt met systeem A niet zonder meer opgenomen worden in systeem B voor verdere bewerking. Voor elke nieuwe opdracht moeten tekenaars handmatig de pompen, motoren, appendages, pijpen en andere scheepscomponenten nogmaals in de CAD-tekeningen invoeren. Door deze Babylonische spraakverwarring wordt jaarlijks voor honderdduizenden guldens aan engineeringsuren verspeeld en komen productietekeningen niet op tijd klaar.’

Op de site wordt het project Martim als een oplossing gepresenteerd. Al 76 bedrijven hebben zich aangemeld voor het Martim gebruikersplatform dat gebruik van de DXF-standaard propageert. Succesvolle tests zijn reeds uitgevoerd met programma’s als NUPAS-CADMATIC, AutoCAD en Microstation. De BMT-site geeft ook een zeer uitgebreid overzicht van alle wereldwijd bestaande normen op scheepsbouwgebied.

Het strakke VNSI-blauw (voor kenners: #000066) is ook de basiskleur van Damen Shipyards, de grootste scheepsbouwer in Nederland en wijde omstreken. Niet om er iets achter te zoeken; marineblauw ligt gewoon voor de hand. De groepssite van Damen, jaaromzet 680 miljoen Euro, verraadt webdenken op niveau: de site is sober en snel, maar verbeeldt het helemaal. Nog steeds aan het hoofd van zijn levenswerk doet directeur Kommer Damen ‘persoonlijk’ (‘Please be assured that we will do our utmost to meet all your requirements’) het voorwoord. Een bedrijfsprofiel binnen één scherm, producten en markten binnen een ander. Voor het logisch ordenen van de links naar 34 Damen-werven is een grafische verwijspagina ‘under construction’; de werfsites zelf zijn even niet ‘clickable’.

Een willekeurige ‘concullega’ als de Volharding Group heeft met minder werven meer uitleg nodig op de site. De ambitie (hoofdzakelijk Engelstalig, maar ook persberichten in het Nederlands en Duits) is er niet minder om. Bij CIG (Central Industry Group, o.a. Tille Kootstertille) en Conoship (‘the international matchmaker in modern shipbuilding’) maak je nogal wat extra stappen en wachttijd (‘loading data’) om aan informatie te komen. Scheepswerf Peters in Kampen informeert sitebezoekers met foto’s per schip over de stand van (bouw)zaken, en doet het zelfs af en toe bij tewaterlatingen per webcam. Onder links groepeert de werf ook de sites van ‘co makers’.

Scheepswerven maken geen producten voor de massa, maar voor specifieke opdrachtgevers. De vaste klanten zijn bekend en hebben geen website nodig om de weg naar een werf te vinden. Een werfsite is dus vooral een (internationaal) uithangbord zoekende passanten. Alle bekende sites van scheeps-, jacht- en baggerwerven in en buiten Nederland zijn ook te vinden op scheepsbouw.pagina.nl, samen met links naar actueel scheepsbouwnieuws, opleidingen en technische achtergrondinformatie.