Marne au Rhin
19 juni 1998
Tjonge, wat gebeurt er allemaal veel onderweg. Gewoon te veel indrukken om
allemaal op te schrijven.
Inmiddels hebben we 22 sluizen bijgeschreven en zijn vanaf vanmorgen 9 uur 30
onderweg geweest tot drie uur vanmiddag. Pfffff...
Door een zeer gevarieerd landschap, mooie vergezichten, eindeloze lappendekens
van landbouw en grasland en leuke huisjes.
Er staat het nodige te koop en je zou haast zwichten voor zo'n prachtig klein
Frans huisje in deze mooie streek...
De meeste sluizen zijn automatisch maar de laatste 7 worden door een man van
de VNF bediend. Hij rijdt met je mee op zijn Mobylette, net een pizzacourier,
met in de kist achterop een zwengel, een stokbrood en een fles water.
Voor ik het vergeet te vermelden, we zitten nu op de route die door de
schippers de 'soissante-neuf" genoemd wordt, vanwege de negen-en-zestig
sluizen tot Vitry le François.
We liggen nu in Ligny au Barrois... als ik het goed schrijf tenminste... Hier is
iets bijzonders te zien herinner ik me nog van vorige keer.
Morgen zal ik daar wat uitvoeriger op ingaan. We blijven hier een extra dag
liggen om wat uit te rusten.
Zojuist heb ik FF 50,- betaald voor deze prachtige ligplaats, onbeperkt stroom
(10 amp), water, privé douche en een gemaaid grasveld waar Chip gebruik van
maakt. Wat wil je nog meer?
Oh ja, natuurlijk, mijn glaasje gegiste druivensap. ;-))
Met groet..... Frank
St Mihiel
19 juni 1998
Gaan we weer verder. We volgen de Maas, die hier Canal de l'Est heet en we
stomen stroomopwaarts naar La Croix sur Meuse.
Hier is een mooie drijvende steiger gekomen met waterkraan. Pak hier de fiets
en bezoek het oude militaire fort of ga zoals wij eens met Groeneveld van de
Boreas deden, naar de forelkwekerij op 4 km afstand.
Wij kregen daar een paar mooie forellen te pakken, met de hengel wel te
verstaan en vervolgens werd de barbeque opgestart. Smullen was dat!
Maar goed, wij moeten verder en leggen aan in St Mihiel. Wat een mooie nieuwe
stuwen is de VNF hier aan het bouwen! Alles computergestuurd, op afstand
bediend. Zal wel aan het Minitel systeem zijn aangesloten.
St Mihiel is een drijvende steiger rijk en met enig gepas en gemeet vinden wij
ene plek. Stroom, water, alles gratis en zo hoort het ook.
In het stadje kun je diverse historische zaken aantreffen zoals een mooie
abdijkerk, de Benedictijnse bibliotheek en een monumentale veilinghal met
ijzeren bogen en handgesmede ornamenten in de vorm van groenten.
De volgende dag varen we weer verder, afwisselend in de rivier die hier wel
erg klein is of in het kanaal. De sluizen gaan vlot en ik heb al spierpijn tot
achter mijn oren van het draaien van deuren en kleppen. Maar dat hoort bij
zo'n reis.
In Euville zijn we op 4 sluizen na op het hoogste punt van het kanaal
aangekomen. Mooie kade en met de fiets er op uit om eens rond te kijken. Wat
zijn de Fransen toch gek op bloemen. Overal tuintjes met bloemen en veel
groenten. Het lijkt wel of iedereen hier zijn eigen groenten verbouwt...
Boven in het dorp vind ik twee mooie oude fonteinen en zowaar weer een
gerestaureerd 'lavoir', het dorpswashuis waar de huisvrouwen vroeger hun was
deden. Ik kan niet naar binnen want de deur is op slot.
Het weer begint iets op te knappen maar toch gaat 's nachts de kachel nog aan
om de zaak droog te houden.
Met groet... Frank
De tunnel
19 juni 1998
Vanuit Euville pakken we nog even de laatste 4 sluizen die elektrisch bediend
worden en dan slaan we rechtsaf het Marne-Rijnkanaal in. De meeste jachten
gaan hier rechtdoor, twaalf sluizen lager naar de stad Toul aan de Moezel.
Het water in het kanaal is hier zo ongelooflijk helder dat je de waterplanten
zo uit de bodem ziet groeien. In de schroef zie ik wat gehakte waterplanten
hangen, maar dat is hier toch onvermijdelijk.
We komen langs het dorp Void, het gebouw van de VNF, het hol van de leeuw zal
ik maar zeggen.
Hier zit die 'Belg' die ons een keer een oor aangenaaid heeft, toen we zonder
vignet door het land voeren...
In Void staat een zeer oud kerkje met een dikke vestingmuur met resten van een
toren er omheen. Naast de ingangspoort zit een vreemd gat in de muur in de
vorm van een ovaal. Een flinke manspersoon kan erdoor. Het is de mond van een
in de muur ingebeitelde kop. Heel vreemd...
Binnen de muur vind je een klein winkeltje wat speciale producten uit de
streek verkoopt als honing en zo.
Het is nog vroeg en we besluiten de twaalf automaten tot aan de tunnel van
Mauvages nog te nemen en daar te overnachten.
In gezelschap van een haastige Duitser - waarom hebben die lui eigenlijk altijd
haast - komen we rond 4 uur bij de tunnel aan waar net de 'toueur', de
elektrische kettingsleepboot uitkomt met drie spitsen op sleep.
Wij maken de afspraak de volgende ochtend door de pijp te gaan en ik kan in de
tussentijd de zaak rustig bekijken.
Wat is het hier veranderd! De VNF heeft nu het beheer overgenomen van de ONN
die vroeger de sleepdienst organiseerde. Nu is alles netjes opgeknapt, de
tunnel is zeer goed verlicht en er zijn ook sensoren aangebracht die de boten
door de tunnel volgen.
Ik moest FF 69,- betalen maar mocht zelf door de tunnel varen. Opluchting!
In 45 minuten had ik de 5 kilometer achter de kiezen. En weer hetzelfde als
vorige keer. Tussen de 2900 en de 3200 meter zit nog steeds die berg slib waar
je echt maar heel langzaam doorkomt. Het echolood geeft eigenlijk niks meer
aan meer even verder 'schiet' je vooruit als de diepte weer toeneemt.
Net voorbij de tunnel in Demange ligt een steiger en kunnen we vers brood
kopen in het mini winkeltje.
Ik ben even galant tegenover een dame die haar tuinhek niet in kan en dat
geeft een reden voor een vriendelijk gesprek met haar en haar man. Hij vertelt
over zijn werk, zijn mooie tuin en zijn pensioen en tot slot kom ik weer aan
boord met twee kroppen verse sla uit zijn tuin. Onbespoten en met de nodige
slakken en zo...
Met groet..... Frank
Eau potable
20 juni 1998
Drinkbaar water, dat heet hier dus 'eau potable', en dat krijg je niet uit de
kraan. Echt drinkwater komt uit flessen die je bij de supermarkt koopt.
Kraanwater heeft nou eenmaal niet die kwaliteit die wij thuis gewend zijn, dus
hier aan boord drinken wij ook uit de bekende flessen.
Vanmiddag zit er een groepje jongelui en die hebben dorst. Dus vragen ze om
drinkwater waarbij ik op de kraan wijs in het lokale washuis.
'Non, non, c'est pas potable', zeggen ze. Dus ik pak een pak water van het merk
Bar le Duc, meegenomen uit Holland.
Kijken die lui me toch vreemd zeg! Bar le Duc is een plaats waar we morgen
heenvaren, en men heeft hier nog nooit gehoord van dat merk in kartonnen
pakken!
'C'est drole', zeggen ze. Dat is grappig!
Iets wat in karton zit kan toch alleen maar melk zijn...
Op het pak staat de fabrikant genoemd en die is in Utrecht gevestigd! Men
heeft dus gewoon een mooie naam gebruikt om het water te promoten...
Ik raak met de jongelui in gesprek en vraag over de school waar ze op zitten
en of ze thuis een computer hebben staan.
Zoals ik al dacht is dat slechts het geval bij een van de zes. Dat valt me
steeds weer op hier. Alles wordt gaandeweg geautomatiseerd maar in de
huishoudens vind je bijna nergens een computer. Moet je in ons land eens
kijken, daar ziet het er wel even anders uit.
Met groet... Frank