Editie 5.1 van 21.4.2001
© 1996-2001VAART!Info

De nieuwste VAART! Flits al gezien?

Webnieuws
ma di wo do vr za
Alle dagen actueel!


Veil je eigen goed !

NOS-tt
Damrak
Tenders
Pegel
RWS-tt
2.Kamer
Lokatie
ANP/Tijd
Banen
Gasolie
Rijroute
SMS / 2
Tel.gids
NSIntOV
't Weer Valuta

Sitekoers Actueel
Bedrijven
Boordtel
Café
Column
Forum
Kiosk
Links
Milieu
Nautisch
Peiling
Reizen
Telematica
Top-10
Veiling
Vraagbaak
Vracht
Webring
Werf
Werk
Wetgeving
Zoek



Nieuws, vragen, suggesties of opmerkingen over VAART! kun je kwijt
bij de redactie op
dvdm@compuserve.com

Deze pagina is het best te lezen met Netscape 3.0 of een vergelijkbaar type browser.

© 1996-2001
VAART!Info


Oosterschelde naar Kaap Hoorn (8 - slot)

Alsof het deksel van de hogedrukpan gaat

d o o r   S A N D E R   K L O S
Weekblad Schuttevaer, 6 december 1997

Rammelend valt het anker van de Oosterschelde achter Isla Picton aan het begin van het Beaglekanaal. Zonder wind en bij stralende zon varen we zondag 23 november op de motor de zestig mijl van Deceit naar het kanaal. De luchten zijn fantastisch en de Oosterschelde mag doorgaan voor jacht, zodat we geen loods nodig hebben. Achter Picton maken we ons op voor het aankomstfeest.

Pieter Brantjes speelt voor Neptunus en heeft veel weg van een wat verwilderde schipbreukeling, die na jaren van een onbewoond eiland wordt gehaald. Eén voor één verschijnen de opvarenden voor de zeegod, die terugblikt op hun al dan niet opvallende karaktertrekken, hun een gouden oorring met oorkonde toekent en een glaasje aanbiedt. De glaasjes blijken een mengsel van kraanwater, jonge jenever en zout water. Opvallend, dat iedereen een vies gezicht trekt, hoewel sommigen erkend liefhebber zijn van jonge jenever. Ik grijp natuurlijk een glas met zout water. Anko wordt het welwillendst toegesproken, omdat hij als enige aan Neptunus heeft geofferd.

Een half uur later is het dagverblijf nog steeds een dagverblijf. Niet meer van een schip, maar van een psychiatrische inrichting. Alsof na vijf weken oceaan het deksel van een hogedrukpan wordt gehaald, zo explodeert de groep onder invloed van champagne, chips, ophitsende Zuid-Amerikaanse ritmes en enige alcohol. Irritaties van de afgelopen weken lijken vergeten. Iedereen danst met elkaar. Sommigen hebben blijkbaar dansles gehad, anderen hebben meer weg van Indianen of geflipte pinguins.

Frido geeft een rondje voor de hele zaak en Van der Dussen gaat alvast op zoek naar andere rijke mannen, die dat ook zouden moeten doen. Kortom, verbroedering alom. Af en toe komt de ankerwacht verbaasd beneden kijken.

Gratis vis
Die sfeer hangt er de volgende dag nog, wanneer we koers zetten naar Puerto Williams, de Chileense marinebasis op de zuidelijke oever van het kanaal. Het wedijvert met het verderop gelegen Ushuaia om de titel 'zuidelijkste stad van de wereld', maar kan eigenlijk alleen meedoen aan de wedstrijd 'zuidelijkste dorp van de wereld'. Er liggen wat oude en nieuwe marineschepen en enkele vissers voor de wal. Het dorp bestaat voor tachtig procent uit marinepersoneel en hun gezinnen en overal hangt de lucht van houtkachels.

Zonder papier ben je hier niets. De meeste marinemensen lopen rond met een clipboard of een grote kantooragenda, zo te zien op weg naar een belangrijke meeting van de generale staf. Wie met lege handen staat ziet er direct minder zelfverzekerd uit.

Van een visser aan de pier krijgen we twee grote kabeljauwachtige vissen cadeau, waardoor we drie dagen achtereen vis in al z'n verschijningsvormen eten. Het eten plaatst je sowieso voor problemen. Gewend aan een levendig schip, ga je nergens zitten eten of dringen zonder antislip-matje. En zelfs dat is nog geen garantie dat je alles binnenkrijgt. Maar nu ligt ze stil en schuif je aan tafel met een bord en een mok, die zomaar op tafel staan. Maar het voelt als overmoed en nog steeds staan je reflexen op scherp om bij een onverhoedse beweging de zaak veilig te stellen.

Einddoel
En dan is het nog maar 25 mijl naar ons einddoel, Ushuaia. Rustig motorend glijden we over het kanaal, ooit treffend beschreven als 'varen in de Alpen'. Aan de noordkant liggen de besneeuwde toppen van de zuidelijke uitlopers van de Andes en overal terzijde liggen kleine baaien en eilanden.

Na enige discussie gaan de zeilen omhoog om ook echt als zeilschip voor Ushuaia aan te komen. Nog een keer alle gewicht aan de klauw en piek en tenslotte de schoot. Voor Ushuaia verwelkomen valwinden vanuit de bergen ons. Dan valt het anker. Afgezien van passagieren en nog wat spelevaren zit de ronding van de kaap erop.

Perfecte ronding
Vakmatig gezien, was de ronding perfect. Windkracht drie tot vier en zonnig weer hadden de mannen op de oude zeilschepen ongetwijfeld plezier gedaan. Niemand zat te wachten op huilende stormen, bevroren ledematen en de dreigende verdrinkingsdood.

Krap negentig jaar later ligt dat anders. Als prestatiegerichte toerist verwacht je slecht weer of op z'n minst harde wind bij zo'n ronding. Een ronding zonder kan aanvoelen als een anticlimax. Wat dan resteert is de 'prestatie', dat je je in een eng vaargebied hebt gewaagd.

Op een hecht zeeschip met een ruim vrijboord, goed gevoed en in warme pakken gestoken, waren wij niet voor een kleintje vervaard. Maar alleen al daardoor wat het onmogelijk de ontberingen van vroeger jaren te benaderen.

Misschien liggen de 'ontberingen' van de moderne mens wel op een ander vlak. Voor eigentijdse individualisten - en die komen met name op tochten als deze af - kan het langdurig leven in een groep mensen, die je niet zelf hebt gekozen, op zich al een prestatie zijn. Een schip is dan klein en claustrofobisch en je kunt irritaties niet ontlopen. Ook het lange van huis zijn speelt een grote rol. Zowel bemanning als gasten ondergaan die emoties.

Pikorde
Al snel tekent zich een pikorde af, die echter in de loop der weken nog sterk kan veranderen. De underdogs of buitenbeentjes van de eerste dagen - nog nooit gezeild, onwennig aan boord, (te) weinig helpen - kunnen zich ontpoppen als waardevolle vrienden of zich bewijzen bij slecht weer. Wat dat betreft geeft zo'n reis je een betere kijk op andere mensen en op jezelf. Ondanks irritaties samen een schip op haar bestemming brengen kweekt een groepsgevoel. Hoewel dat op de Oosterschelde niet werd aangewakkerd. niemand vond het nodig de tocht op te hemelen. Ieder behield zo de ruimte om zijn eigen conclusies te trekken.

Sommigen zullen nooit meer een groepsreis maken, anderen nooit meer een oceaanreis. Ze hebben daar na 32 dagen oceaan hun goede redenen voor. Maar denken er misschien over een half jaar weer anders over. Want een reis als deze verwerk je niet één, twee, drie.

Gasten?
De verhouding bemanning-gasten was stof voor de nodige discussies in de kleine uurtjes. Want ook voor de bemanning was een zo lange reis met gasten iets nieuws.

Allereerst vervaagt langzaam de scheiding. Bij een weekreis is er geen twijfel over de rollen, maar na vier weken varen zijn gasten geen echte gasten meer. Het wordt steeds meer ook hun schip. En dat kan botsen met gevoelens van bemanningsleden, die bijvoorbeeld hun eigen opvattingen hebben over privacy. Zo speelde de vraag, of een gast een bemanningslid wel of niet mocht porren. Ofwel, of een gast iets te zoeken heeft in een bemanningsverblijf.

De wachten waren een ander fenomeen. De huidige vorm - alles mag, niets moet - is de meest menselijke voor vakantievierenden, maar anderzijds loopt degene die de vier uren wacht door een vakantiebril bekijkt, het risico irritaties p te roepen bij de rest van de wacht. Vooral als het slecht weer is, speelt het iedereen wel eens door het hoofd wat hem heeft bezield om tegen betaling en met slaaptekort te gaan staan blauwbekken bij zo'n stuurrad. Wie dan te laat aan dek komt of te vroeg vertrekt, wekt gemakkelijk de indruk zich te willen 'drukken'. Zo kunnen gasten onderling strengere meesters zijn dan de scheepsleiding.

Sommige gasten komen nadrukkelijk voor vakantie, anderen vooral voor het zeilen, weer anderen voor de natuur of om van welke beslommering dan ook af te zijn. Het is geen sinecure om als bemanning al die doelen te helpen verwezenlijken. Wel is het het overwegen waard aan het begin van een langere reis iedereen duidelijk te vragen wat hij of zij voor ogen heeft en dat halverwege nog eens te evalueren. Dat kan voorkomen, dat mensen vertrekken met het gevoel kansen te hebben gemist. In ons geval voelden sommigen zich gedwongen tot teveel activiteit, terwiijl anderen zich erop betrapten dat zij tijdens hun wachten eigenlijk veel meer hadden willen doen.

Antarctica
Genoeg gepraat. De Oosterschelde maakt nog enkele tochten naar Antarctica en begint dan aan de lange thuisvaart via de Azoren, om eind april na anderhalf jaar in Rotterdam vast te maken.

Na die tocht om de wereld hebben tientallen mensen opnieuw of voor het eerst kennisgemaakt met leven op zee. Voor hen en al die andere gekken die meegaan op zeegaande zeilschepen wil ik deze serie besluiten met Jan Noordegraaf's gedicht 'Op zee...' uit zijn bundel 'Zeeman met verlof':

Op zee
Op zee leert men zichzelf pas goed waarderen
of haten om het ongebreideld zijn
van driften die men af zou moeten leren:
men is er monnik zonder vroom te zijn

Op zee leert men een vrouw pas goed waarderen
of haten om haar ongebreideld zijn...
Er valt op zee oneindig veel te leren;
er valt geen schaduw en geen valse schijn

Van kerken en verheven kathedralen,
van kroegen vol gedempt erotisch licht,
van leuzen of ontroerende verhalen
waardoor een mens bij voorbaat wordt gesticht

Op zee leert men zichzelf pas goed waarderen
of haten om het ongebreideld zijn
van het verlangen om terug te keren
naar waar de kerken of de kroegen zijn.

(Dank aan alle opvarenden van de Oosterschelde, die deze verhalen serie vorm hebben gegeven).



Volg de Oosterschelde naar Kaap Hoorn:
 Schoener Oosterschelde voor zwaarste traject: Kaap Hoorn  Een terras met een voorgevoel  Het waait echt harder in de Roaring Forties  Lang gewacht, toch geruimd  Zingen op een donkere oceaan  Om de zuid gedwongen speren we oost  Kaap Hoorn, maar dan met zon  Alsof het deksel van de hogedrukpan gaat

VAART!Mobiel


 

index