Editie 5.1 van 21.4.2001
© 1996-2001VAART!Info

De nieuwste VAART! Flits al gezien?

Webnieuws
ma di wo do vr za
Alle dagen actueel!


Veil je eigen goed !

NOS-tt
Damrak
Tenders
Pegel
RWS-tt
2.Kamer
Lokatie
ANP/Tijd
Banen
Gasolie
Rijroute
SMS / 2
Tel.gids
NSIntOV
't Weer Valuta

Sitekoers Actueel
Bedrijven
Boordtel
Café
Column
Forum
Kiosk
Links
Milieu
Nautisch
Peiling
Reizen
Telematica
Top-10
Veiling
Vraagbaak
Vracht
Webring
Werf
Werk
Wetgeving
Zoek



Nieuws, vragen, suggesties of opmerkingen over VAART! kun je kwijt
bij de redactie op
dvdm@compuserve.com

Deze pagina is het best te lezen met Netscape 3.0 of een vergelijkbaar type browser.

© 1996-2001
VAART!Info


Oosterschelde naar Kaap Hoorn (3)

Het waait echt harder
in de Roaring Forties

d o o r   S A N D E R   K L O S
Weekblad Schuttevaer, 1 november 1997

De haven van Tauranga herken je van verre aan de oude vulkaan bij de ingang. In een poging de stuurtafel te controleren lopen we te strak langs de tonnen naar binnen. Het klinkt alsof het anker valt, maar het is een lichtbaken, dat langs de ketting onder de boegspriet schraapt. Wonderlijk genoeg blijft de bovenbouw in de kettingen hangen en zo komen we compleet met groene C3-ton voor de wal.

Kapitein Van Andels gezicht heeft veel weg van de lucht (bewolkt) en even later verschijnen twee heren van het havenbedrijf om foto's te maken. 'Oh dear.' Van Andels eerste grotere akkefietje met de Oosterschelde.
Een dag eerder hebben we Auckland verlaten, maar een raadselachtige 'rammel' in de buurt van roer en schroef noodzaakt tot een extra bezoek aan de werf, waar het schip enige weken geleden voor zijn Kaap Hoorn-beurt op de helling lag. Maar ook de duiker vindt niks. Het is een Nederlander met een aanstekelijke lach en een enorme eetlust. Als tegenprestatie laat hij zijn koevoet aan boord liggen.

Richting East Cape
Na een nacht voor de wal vertrekken we de volgende morgen vroeg en er volgt een dag kustvaart richting East Cape, het laatste puntje Nieuw-Zeeland, voordat we de ruimte ingaan. Nieuw-Zeelandse Jan zet met weinig succes een vislijn uit en vanuit het topje van de schoenermast zie ik White Island naderen, nog niet zo lang geleden ontploft en met constant een vulkanische rookpluim boven zich. Nog 25 mijl naar Cape Runaway, dan de hoek om en nog 35 naar East Cape.

Zover is het in de nacht die volgt. Wanneer ik om vier uur opkom voor mijn wacht, is het licht van de oostelijkste kaap achteruit al niet meer te zien. We zitten in een aanschietende zee bij zes Beaufort. De bezaan is al weg en korte tijd later volgt het schoenerzeil. Het is werken aan het stuurrad met een steeds hoger oplopende deining schuin achterin, terwijl de wind tijdens de wacht aanwakkert tot ruim zeven.
Met vlinders in m'n buik sta ik uitschieters van twintig graden te maken. Op een gegeven moment stuur ik zelfs richting klapgijp. Ex-binnenschipper Jan (van der Dussen) brengt me op het rechte pad. In een constante staat van verhoogde paraatheid sla ik twee koppen koffie achterover. Jammer, dat ze nog niet weten dat ik 'm met twee klontjes drink. De eerste is helemaal zwart, de andere met melk en een klontje. M'n eigen adrenalinesmaak overheerst echter alles.

Tastende Abel
Terwijl wij het noorder eiland van Nieuw-Zeeland achter ons laten, naderen aan de andere kant twee kleine schepen. Ze zijn 14 augustus 1642 uit Batavia vertrokken en kregen drie maanden later onbekend land in zicht. De leider van de kleine vloot, Abel Tasman uit Lutjegast, noemde het Van Diemensland naar de gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie. Die VOC heeft hem op pad gestuurd om te zoeken naar een passage onderlangs het gebied, dat wij nu kennen als Australië.
Lukt hem dat, dan moet hij doorvaren naar de lengtegraad van 160 oost en dan in noordelijke richting afbuigen naar de Solomons Eilanden en Nieuw Guinea. Daar moet hij uitkijken naar een noordelijke passage van Australië. Als hij een route naar Chili vindt, slaat de VOC dat ook niet af.

Dat zuidelijke tasten naar een nieuwe route lijkt wat onlogisch. De VOC kan immers vanuit Batavia gemakkelijk in oostelijke richting koersen? Het lijkt waarschijnlijk dat de heren in patria hun oog hadden gevestigd op de rijke Spaanse goudschepen. Ten oosten van Indie zaten de Spanjaarden echter al, dus een verrassingsaanval was onmogelijk. Een uitvalsbasis op een afgelegen eiland in het midden van de Pacific moet daarom een lokkend perspectief zijn geweest.

Ontnuchterende ontmoeting
Tasman vindt onbekend land op zijn route. Krap een maand na de ontdekking van Van Diemensland (Tasmanië) verschijnt aan de horizon 'een groot land, hoog gelegen'. In wat nu de Golden Bay heet, hebben Tasman en zijn mannen een ontnuchterende ontmoeting met de inlanders, de Maori. Die ontmoeten de Nederlandse schepen met hun kano's, zingen een dreigende 'haka' en blazen op de grote schelp. De dreiging ontgaat de Hollanders ten enen male en zij antwoorden met trompetgeschal. Het muzikaal onthaal loopt echter uit op een aanval, waarbij enkele Hollanders de dood vinden. Zo komt Tasman op de naam Moordenaarsbaai.

Vandaar zeilt hij, in weerwil van zijn zuidelijke orders, in noordelijke richting, mist de doorgang tussen het zuider en noorder eiland en noemt in het noorden van het noorder eiland een kaap naar Maria van Diemen. Het is de enige naam in het hedendaagse Nieuw-Zeeland, die aan zijn tocht herinnert.

Tasman noemt zijn ontdekking Staten Landt, vermoedend dat het vastzit aan het Staten Land bij Zuid-Amerika, dat Schouten en Le Maire in 1615 hebben ontdekt. Zij waren er niet achter gekomen, dat zij slechts een eiland hadden ontdekt. Wat hen betreft kon Staten Eiland tot het geheimzinnige Zuidland (Terra Australis Incognita) behoren, waarover Marco Polo al in 1271 in China had horen vertellen. En Tasman 'verlengt' hun vergissing met ruim 5000 mijl. Een jaar later bewijst Hendrik Brouwer dat Staten Landt een eiland is en dus nergens aan vastzit.

Kralen en spiegeltjes
Tasman kan zijn ruilwaren aan de straatstenen niet kwijt. Om de contacten te vergemakkelijken heeft hij laken, Chinese spiegels, kapmessen , ijzerwaren, naalden, Chinees porcelein, specerijen, hout, goud- en zilverdraad, olifantenslagtanden en zelfs drie parels bij zich.

Na Maria van Diemen te hebben vernoemd, ontdekt hij verder noordelijk de Driekoningen Eilanden, passeert de door Le Maire ontdekte Coques en Hoorense Eilanden en bereikt via het Hooge Pylsterte Eijlandt de Tonga Eilanden. Hij noemt ze Amsterdam (Tongatapu), Middelburch ('Eua) en Rotterdam (Nomuka). Nog verderop ontdekt hij de Prins Willem Eijlanden (Fiji's). Zijn reis eindigt met een vruchteloze poging een passage te vinden tussen Nieuw-Guinea en Australië en 15 juni 1643 komt hij aan in Batavia.

In 1644 leidt Tasman nog een tocht naar de noordkust van Australië, maar weer vindt hij de noordelijke passage niet. Nadien laat de VOC het nieuw ontdekte gebied links liggen. En zet zo de deur open voor de Britten, die in 1768 James Cook erop uitsturen. Het werd een beroemde ontdekkingsreis, die dit deel van de wereld voor altijd een Brits stempel zou bezorgen.

Uit de verslagen valt op te maken, dat de VOC-bewindvoerders niet erg over Tasmans verrichtingen te spreken waren. Hij werd min of meer op dood spoor gezet. Toch wist hij zijn 110 man sterke expeditievloot door 33.000 kilometer onbekend vaargebied te brengen en verloor onderweg slechts tien man. Hij had ongetwijfeld kunnen instemmen met de Maori-spreuk 'Mauria ko oku painga, waiho ko oku wheruu': Neem wat goed is in dit en laat de rest rusten.

Zeenomaden
De Maori, die Tasman ontmoette, woonden toen ongeveer 800 jaar in Nieuw-Zeeland. Naar wordt aangenomen, trokken hun voorouders 4000 tot 60 00 jaar geleden vanuit Zuidoost-Azië de zee op. Hun drijfveren zijn onbekend. Misschien onderlinge geschillen, misschien de ontdekkingslust, die Tasman naar hun kusten bracht. Via Nieuw-Guinea, Tonga, Fiji en Samoa bereikten de zeenomaden rond 200 v. Chr. Uvea en Rarotonga. Zij stonden voor een oceaan en een oversteek van 1650 mijl.

Pas tien eeuwen later namen zij die hindernis met hun vijftien tot 25 meter lange uithouder- of dubbele kano's. Ze konden bij gunstige wind negentig tot 150 mijl per dag afleggen en elke kano bood ruimte aan veertig tot vijftig personen en soms nog meer. De navigator interpreteerde onophoudelijk de tekens die de hemel en de oceaan gaven. Een taak, die slapen vrijwel onmogelijk maakte. De sterrennavigator was dan ook te herkennen aan zijn bloeddoorlopen ogen.

De gedenkwaardige tocht werd in 1985 nog eens herhaald met twee kano's. De langste passage duurde een maand, de kortste bij gunstige wind negentien dagen.

Blanke 'tuurehe' (supermensen)
Of Nieuw-Zeeland al bewoond was, is niet helemaal duidelijk. Kupe, in de legenden de ontdekker van het nieuwe land, komt in sommige verhalen mensen tegen, die met een soort houten spaden wortels opgroeven. De Maori namen hoe dan ook het nieuwe land in bezit en leefden in kleine gemeenschappen van de visserij en de landbouw. Omdat het land maar weinig viervoeters kende, die tot voedsel konden dienen, liet Cook varkens vrij. Op hun wilde nazaten jagen de Nieuw-Zeelanders nu nog.

Overigens kennen de Maori verhalen over zeer vroege contacten met blanke 'tuurehu' (supermensen). Volgens sommige geleerden gaat het om Spanjaarden of Portugezen, die nog voor Tasman voet aan land zetten. Zij wijzen daarbij op zestiende-eeuwse kaarten, waarop een landcontour staat getekend, dat de Oostkaap van het noorder eiland zou kunnen voorstellen.

Naaikransje
Maar terug naar de werkelijkheid onder helling. Nadat we 23 oktober East Cape zijn gepasseerd, zakt de wind 's middags af. Alle zeilen komen er weer bij, terwijl degenen die van wacht af zijn zich onderdeks aan hun cursussen Spaans en bridge zetten.
De buitenkluiver loopt een mysterieuze scheur op, zodat het middendek verandert in een permanent naaikransje. De naaldkunstenaars mogen zich korte tijd later ook buigen over twee scheuren in de bram.

Ook de tweede 23 oktober (we passeren de datumgrens) zijn we onder invloed van een achter ons oprukkend hoog. We lopen een knoop of twee en een wacht boekt in vier uur zeilen het opmerkelijke resultaat van 5,7 mijl. In de avond wakkert de wind weer aan en passeren we de 39ste breedtegraad. Onder ons ligt een gordel van lage druk en nog 59 mijl naar de Roaring Forties.

IJzingwekkende voorspellingen
Maar de volgende dag gaat de vaart er weer uit. De zon is het enige positieve, terwijl breefok en grootzeil slaan op het ritme van een lome deining uit het zuidwesten. De GPS doet ijzingwekkende voorspellingen over de dag van aankomst bij waypoint C (nog niet eens halverwege): rond 19 november. 's Avonds is het helemaal op en liggen we in blakte met alleen een slaand grootzeil. Met 1,3 knoop lopen we een kompaskoers van 90 graden. Met de grote variatie hier - 20 graden oost - levert dat altijd nog een zuidoostelijke grondkoers op, maar de snelheid ontbreekt. Een dieptepunt van vijftig mijl in 24 uren zeilen.

In de ochtend van de 25ste gaan alle zeilen erbij en brengt een drie Beaufort weer wat leven in de brouwerij. Pieter en Malvina helpen bij het aanslaan van de gerepareerde bram bezorgt me de nodige bezwete ogenblikken, maar tevens een innig vergenoegd gevoel wanneer ik weer aan dek sta. Je een hele bram voelen, komt dat gezegde hier vandaan?

De eerste bui
Maar goed, we maken weer krap zes knopen. Omdat we ons toch wat zorgen maken over de forse gemiddelden die we de rest van de reis moeten maken, gaat 's middags zelfs het grootstengestagzeil erbij. Om half vijf overschrijden we de 40ste breedtegraad en belanden in de Roaring Forties.

En alsof de duvel ermee speelt, trekt de wind aan en neemt de bewolking toe. Hoog in de lucht zit cirrus en 's avonds om half acht slaat bliksemsnel een bui toe. Even bliksemsnel verdwijnen her en der zeilen. Mijn hutgenoot Peter komt zich zeiknat, maar vergenoegd verschonen. Bemanningslid Eelco komt al even vergenoegd terug van een uitstapje naar het grootstengestagzeil. Het naaikransje hoeft zich geen zorgen te maken; de gerepareerde buitenkluiver heeft in de bui zijn meerdere moeten erkennen.

Het is het begin van uren achtereen stuiven in oostelijke richting en levert driemaal zoveel mijlen op als het vorige etmaal. Het wordt er niet comfortabeler op en enkelen voelen zich gammel. Opmerkelijk overigens, dat maar zo weinig mensen last hebben van zeeziekte. De enige gewonde tot nu toe is Jan van der Dussen, die de afdekplaat van de patrijspoort op zijn neus kreeg toen hij zich moest vastgrijpen. Het begin van een onophoudelijke stroom grapjes over 'onbekendheid met modern sanitair' en 'geschonden neuzen'. En mijn spierpijn wordt langzaam minder.

Positiestaat om twaalf uur 's middags

2110 37.28 S 176.06 E, 124 mijl in etmaal
2210 37.40 S 176.49 E,  48 mijl, totaal 172
2310 37.46 S 179.43 W, 180 mijl, totaal 353
(datumgrens over) 
2310 38.23 S 177.55 W, 100 mijl, totaal 453
2410 39.30 S 176.24 W, 102 mijl, totaal 555
2510 39.47 S 175.31 W,  50 mijl, totaal 606
2610 40.29 S 172.30 W, 155 mijl, 760 totaal

oorspronkelijke afstand naar Kaap Hoorn 
4775 mijl, resteert nog 4127 mijl.



Volg de Oosterschelde naar Kaap Hoorn:
 Schoener Oosterschelde voor zwaarste traject: Kaap Hoorn  Een terras met een voorgevoel  Het waait echt harder in de Roaring Forties  Lang gewacht, toch geruimd  Zingen op een donkere oceaan  Om de zuid gedwongen speren we oost  Kaap Hoorn, maar dan met zon  Alsof het deksel van de hogedrukpan gaat

VAART!Mobiel


 

index