|
|||||||||||
|
Oosterschelde naar Kaap Hoorn (6)Om de zuid gedwongen
|
Het succes van Magalhaes
De Spaanse zoektochten naar goud voeren de conquistadores naar Mexico, Peru, Chili en Argentinië. De vlakkere landen in het zuiden, zoals rond de Rio de la Plata en de nederzetting O.L. Vrouwe der Goede Wind en (Buenos Aires), lijken minder interessant. Zo ontstaan in die streken wat kansen voor andere mogendheden. Het eerste Nederlandse schip doet onder kapitein Bartel Peters Buenos Aires per ongeluk aan in 1590. De Paus heeft de nieuwe wereld verdeeld in een oostelijke (Portugese) en westelijke (Spaanse) invloedssfeer en de monopolisten pakken indringers meestal hard aan. Peters heeft geluk en kan voor een schappelijke prijs zijn inbeslaggenomen lading terugkopen. Handel met Brazilië
De Engelsen sturen hun gelegaliseerde zeerovers Drake en Cavendish via
Straat Magalhaes 'achterom' om de kusten van Peru en Mexico te plunderen.
Drukke jaren
Naar deze laatste tocht wil het Instituut voor Pre- en Protohistorische Archeologie van de universiteit van Amsterdam dit en volgend jaar onderzoek doen. Cordes moest namelijk overwinteren in een baai in de Straat van Magalhaes, waar ruim 120 mannen het leven lieten door kou, honger en conflicten met indianen. Een expeditie moet uitwijzen of er nog resten zijn, die aan deze overwintering herinneren. De overwintering op Nova Zembla kreeg in diezelfde jaren kreeg grote bekendheid, maar de lotgevallen van deze mannen werden vrijwel vergeten. Een documentaire van filmer Oscar Hefting moet dit historische onrecht ongedaan maken. Van de Cordes-vloot weet De Liefde in 1600 Japan te bereiken en keert Sebald de Weert als enige met Het Geloof in Rotterdam terug. De Liefde zorgt voor unieke kennis van en contacten met Japan, waarvan de VOC later profiteert. Ook wordt een uitstekende kaart van de Straat van Magalhaes gemaakt. Gezamenlijke vloot
Hollandse handel
Intussen is in ons land in 1824 de Nederlandsche Handelsmaatschappij
opgericht. Zij rust in haar eerste jaar al zo'n twintig expedities naar
Zuid-Amerika uit, maar denkt teveel in oude handelstermen. De
Zuid-Amerikanen zitten niet meer te wachten op voedingsmiddelen, maar
op modernere artikelen als Engelse katoentjes. Mede om aan die
gewijzigde vraag te kunnen voldoen, ontstaat de Twentse
textielindustrie.
Holland-Amerika Lijn
Havenbouwers
Op de klus in La Plata volgen talloze haven- en baggerwerken, waarvoor Nederland meestal ook het materieel levert. Goed voor de orderboeken van Conrad in Haarlem, de Smitten in Kinderdijk, de Koninklijke Grofsmederij in Leiden en Smulders' werf Gusto in Schiedam. Baggermolens van Gusto worden tot in Chili gesleept. Ook andere vaartuigen vinden aftrek, zoals een vloot Amazone-stoomschepen, die Jonker & Stans in HI-Ambacht en Gebr. Pot in Bolnes kort voor WO I bouwen. Marinehaven Talcahuano
Zijn opvolger, G.H. van Mourik Broekman, ontwerpt vervolgens de haven van San Antonio benoorden Valparaiso, waaraan onder andere de Hollandsche Beton Maatschappij tot 1921 werk heeft. Ook hier lokt het één het ander uit. Via Kraus gaan Delftse ingenieurs aan het werk voor de tinmijnen in de Boliviaanse Andes en krijgt Chileens marinepersoneel onderwijs van Nederlanders. Ook werken Nederlandse ingenieurs en boormeesters aan de petroleumwinning in Patagonië en verwerft een Haagse mijnbouwer in 1913 een uitgebreide concessie voor ijzerwinning benoorden Valparaiso. Nederlandse emigratie
In Chili blijft het aantal Nederlandse emigranten zeer beperkt. Er zat ooit een schapenteler in Punta Arenas, die tevens op walvissen viste en aan de Straat van Magalhaes heeft een Nederlandse boer gezeten. Op het ogenblik bestaat weer veel interesse in handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en het economische blok van Brazilie, Argentinië en Chili. Bron: Nederland en de ABC-staten, door mr. W.J. van Balen |
It's a long way
Verbazend, hoeveel deze oceaan op het IJsselmeer kan lijken. Maandag
10 november is zo'n mooie dag. Pierre bekijkt aan lij een te takelen
stuk touw en neemt en passant een schouderhoog bad in een onverhoedse
golf. Onderwijl richt de aandacht van anderen zich op de breefok. Die
schavielt constant in het voorstag en krijgt een beschermend 'matrasje'.
Later die dag, wanneer de wind aantrekt tot zes Beaufort, scheurt de
ondankbare echter op een heel andere plek.
We moeten nog ruim 1700 mijl en de GPS zegt dat wij woensdag 19 november om elf uur 's avonds bij Kaap Hoorn zijn. Dat kan niet kloppen, want we willen daar foto's nemen.
Iedere opvarende heeft aan het begin van de reis een verwacht tijdstip van aankomst opgegeven, maar we zijn nog te ver van huis om ons daar al echt druk om te maken. Wat niet wil zeggen, dat het ons koud laat. Sommigen zullen blij zijn als de reis erop zit, hebben zich wellicht verkeken op ruim 5000 mijl en vijf weken alleen maar oceaan. Zij tellen de dagen, het aantal wachten en roertorns af. Voor anderen betekent de aankomst het einde van een geliefde levenswijze. Zo heeft ieder zijn doel achter de horizon. Voordat ik in slaap val, krijg ik een warm gevoel bij vier gezichten op een vliegveld.
Klapdeuren
Een ander warm gevoel, koorts, plaagt onze Claude voor de tweede keer.
Eerder had hij last van zijn oor, maar nu wijst alles op een
blaasontsteking. Dokter Brantjes consulteert zijn collega Marileen van
de Radio Medische Dienst en samen met de nodige antibiotica krijgen ze
de ontsteking eronder. Hij mag alweer een uurtje op.
Opvallend is, dat het meubilair meer slachtoffers eist dan zeeziekte.
Nadat stuurvrouw Eef Willems een paar dagen heeft rondgelopen met een
blauw oog na een keiharde rechtse van een kastdeurtje, bezorgt een
ander kastdeurtje de slapende Joke een hersenschudding. Vier dagen
later staat zij weer aan het stuurwiel.
Dat wil overigens niet zeggen, dat we de zeeziekte moeten
onderschatten, want deckhand Anko blijft maar gammel. Zijn loopbaan ter
zee lijkt in de kiem gesmoord.
'Het speldje'
De woensdag zet in in met veel zon en een aangenaam rustig liggend
schip. Het geeft Dick van Andel tijd voor beschouwingen over het al dan
niet doorvaren naar de 50ste breedtegraad om zo een officiële ronding
op zijn naam te schrijven. De meningen zijn verdeeld. Enkelen vinden
de internationale afspraak maar onzin. Wie een tocht als deze maakt,
heeft een goede ronding. De opvattingen van een stel regelneven aan
wal zouden je koud moeten laten. Van Andel lijkt echter tamelijk
gevoelig voor 'het speldje'.
Donderdag komen de bezaan en de buitenkluiver er weer bij en vrijdag wordt alles uitgereefd, behalve de bezaan. In een drie Beaufort lopen we ongeveer zeven knopen. We hebben zondag de elfde de 52ste breedte graad overschreden en lagen sindsdien ruim 700 mijl op dezelfde koers en bij een WNW-NW van vier tot acht Beaufort. Dat is oceaanzeilen. Vrijdagochtend is het grijs, nat en waterkoud. Op het achterdek is het bergingscomité in vergadering bijeen naar aanleiding van de Inmarsat-melding: 'Capsized yacht in 52.39 S 86.46 W. White and blue hull, length 20 metres, no crew. Ships and crafts inform any news and navigate with caution.'
Het jutterscomité schat in hoever we voor een berging moeten omvaren, of we het jacht rechtop en leeg krijgen en hoe het bergingsloon is geregeld. Jammer genoeg ligt de positie in de wind voor ons en eerste duiker Brantjes wijst - wat kouwelijk - op de lage watertemperatuur. Een opwindend perspectief, maar het gaat niet door.
Rond het begin van de middag overschrijden we zowel de 100 graden W als de 53 graden S. De GPS zegt dat we vrijdag 21 november om 06.03 uur bij de kaap zullen zijn. Goed genoeg om foto's te nemen, want 's morgens om vier uur is het al dag.
's Nachts - 15 november - maken we hoog aan de wind een kompaskoers van 80 en een grondkoers van 120. De chilling factor van de wind maakt het sturen ongezellig koud en de rest van de wacht zit binnen of staat in de luwte van het kotje. Stuurman Brantjes draagt voor het eerst een muts ('ik kreeg opeens de wind in m'n oren').
Weer dolfijnen
Later die dag maakt een noordooster van 4 tot 5 Beaufort de grondkoers
nog zuidelijker (135). Maar als troost hebben we net na acht uur die
morgen de 1000 mijl tot de kaap bereikt. En alsof de duvel er weer
mee speelt, krijgen we enkele uren later een welkomstcomite van vijf
zandloper-dolfijnen langszij. Afgezien van de vogels, de eerste
mede-oceaanburgers in weken.
Door de te lage grondkoers zakken we ver om de zuid. Zaterdagavond pa sseren we de 55 graden S, maar kunnen we langzaam weer iets hoger stu ren, terwijl de wind aantrekt tot 6 a 7 Beaufort. Om middernacht hebb en we nog 888 mijl te gaan en zitten we middenin een prachtig etmaal van 192 mijl. De GPS geeft een nieuwe ETA: 20 november om 9.45 uur.
P.S. Net van wacht op zondagavond na een record van 37 mijl. We varen weer pal oost en beoosten ons staat windkracht tien, maar die trekt achter ons langs. Zijn we ook helemaal niet nieuwsgierig naar.
Positiestaat om twaalf uur 's middags 1011 52.17 S 118.48 W, 196 mijl, 3179 1111 52.35 S 113.52 W, 184 mijl, 3363 1211 52.31 S 108.50 W, 185 mijl, 3548 1311 52.40 S 104.06 W, 174 mijl, 3721 1411 52.57 S 100 W, 151 mijl, 3872 1511 54.26 S 95 W, 186 mijl, 4058 1611 55.49 S 90.35 W, 192 mijl, 4250 oorspronkelijke afstand naar Kaap Hoorn 4775 mijl, resteert nog 525 mijl. |