Editie 5.1 van 21.4.2001
© 1996-2001VAART!Info

De nieuwste VAART! Flits al gezien?

Webnieuws
ma di wo do vr za
Alle dagen actueel!


Veil je eigen goed !

NOS-tt
Damrak
Tenders
Pegel
RWS-tt
2.Kamer
Lokatie
ANP/Tijd
Banen
Gasolie
Rijroute
SMS / 2
Tel.gids
NSIntOV
't Weer Valuta

Sitekoers Actueel
Bedrijven
Boordtel
Café
Column
Forum
Kiosk
Links
Milieu
Nautisch
Peiling
Reizen
Telematica
Top-10
Veiling
Vraagbaak
Vracht
Webring
Werf
Werk
Wetgeving
Zoek



Nieuws, vragen, suggesties of opmerkingen over VAART! kun je kwijt
bij de redactie op
dvdm@compuserve.com

Deze pagina is het best te lezen met Netscape 3.0 of een vergelijkbaar type browser.

© 1996-2001
VAART!Info


Oosterschelde naar Kaap Hoorn (5)

Zingen op een donkere oceaan

d o o r   S A N D E R   K L O S
Weekblad Schuttevaer, 15 november 1997

We zijn over de helft en naderen het punt waarop we nog 2000 mijl voor de boeg hebben. We verlieten elkaar vorige week na een keiharde bui, die zaterdagavond 1 november onverhoeds toesloeg met een geschatte kracht van tien Beaufort. In het donker is zo'n uitschieter onheilspellender dan bij dag. In het schijnsel van de dekverlichting zie je hoe de Oosterschelde zich op één oor legt en - voor het eerst - constant water over de verschansing aan lij spoelt.

Zwarte massa
Later die avond zitten er overal om ons heen buien. Van der Dussen - we hebben samen de wijziging van de wachten overleefd - staat in het kotje achter de radar. 'Een bui op acht mijl, ik denk dat we die krijgen. Zes mijl, vier mijl...' Zelfs in de nachtlucht zie je aan stuurboord een zwarte massa optorenen. Je weet niet wat gaat komen en je handen krampen om het stuurrad. Naast je alleen het vertrouwen wekkende silhouet van Eef Willems. En dan slaat 'ie toe. Gierend door het want en de schoener opnieuw op één oor leggend. Soms blijft het droog, maar meestal gaat hij gepaard met striemende hagel of regen. Balancerend als op een evenwichtsbalk sta je naast het roer en beneden kreunen ze in hun kooien.

Twee werelden
Anders dan een motorschip, kent een zeilschip twee werelden. Een droge, veilige onderdeks en een koude, winderige bovendeks. Vooral 's nachts is het verschil groot. Je wordt gepord, rolt uit je kooi en hijst je, steun zoekend en hinkend in je kleren. In het dagverblijf heerst diepe rust en schemerlicht. De eerste gang is naar de koffiehoek en de kombuis, waar kok Jan brood heeft klaargezet. Her en der zitten je wachtmaats in diverse stadia van ontwaken te kauwen of te drinken.

Je stommelt de trap op naar boven, naar het portaal en de zeilpakken. Opnieuw balancerend aankleden. En dan gaat de deur open. Je ogen moeten wennen aan het donker en je schat snel de wind en de zeegang in. De conclusie varieert van: 'hm, valt mee' tot 'oh, shit'. Dan de zeedrempel over en langs de eerste veiligheidslijn naar het gangboord dat het droogst oogt. Normaal gesproken pak je de hoge kant, maar deze deining pakt het schip van beide kanten. Je bent nooit helemaal zeker van een droge aankomst op het relatief veilige achterdek. Met name Feije, reporter van Penthouse, heeft grote aantrekkingskracht op overkomend water en weet zelfs twee keer in een wacht te scoren. Ook een net fris gedouchte Dick van Andel komt mopperend en met een stuk zout water in z'n nek achterop.

Aangekomen op het achterdek staat bij het kotje een zwijgende figuur, wiens ogen pendelen tussen kompas, roerstandwijzer, voorsteven en de vlag in het bezaansstag. Achter hem schijnt zacht licht door de raampjes van het kotje. De tengere Fransman Pierre (71) geeft er de voorkeur aan zich zeevast tussen het kotje en het stuurrad te persen, anderen staan meedeinend naast het rad of tussen rad en kompas, met een hand steunend op een kompasbol. Vooral voor brildragers aanbevolen.

Zingen en fluiten
Soms heeft de roerganger gezelschap van al even zwijgzame wachtmaten, zich schrap zettend tegen het kotje, of luxueus zetelend op de achterbolder. Rokend, starend, sterren kijkend, de blik over zeilen en schip glijdend of de eeuwig bewegende zee volgend. Populair is ook het nauwgezet volgen van een opvarende, die droog naar het achterdek poogt te komen. Is het rustiger weer, dan wordt nog wel eens gezongen of gefloten (terwijl ik dit schrijf zingt boven mij de wacht van 18 tot 20 uur bij de mondharmonica). Iemand zet in, de anderen luisteren even en vallen dan in. We zingen over Kerst, Sinterklaas, Swiebertje, ouderwetse liedjes, top 40, klassiek, gezangen en psalmen. Een paar van die stemmen op die onmetelijke watervlakte met boven je de sterren en onder je de lange deining.

Het kotje is een wat tegenstrijdige plaats. Sommigen duiken direct op hun vaste plekje op de smalle bank achterin en wachten daar kletsend, dommelend, lezend of starend op hun roertorn. Anderen werpen een blik in het logboek - hoeveel mijlen had de vorige wacht? - schakelen even met de GPS en schuiven dan weer naar dek. Vaag onderhuids leeft het gevoel dat je niet de hele wacht binnen kunt zitten. Op de een of andere manier voelt dat niet goed. Misplaatste zeemansneigingen? Een half uur voor het eind van de wacht gaat iemand naar beneden om de nieuwe wacht te porren, de vaat te doen en verse koffie te zetten. Zodra die nieuwe silhouetten zich op het achterdek hebben gemeld, gaat de oude wacht af en schuift genietend aan tafel voor een borrelen een praatje. Terug in de droge, windstille moederschoot.

Werpmes
Maar ook die schoot kent haar eigen aardigheden. Dwars inkomende deining zorgt voor onvoorspelbare schuivers. Na enige tijd voel je ze aankomen, maar je weet nooit hoe heftig ze worden. De stoelen schuiven in koor aan hun kettingen naar lij en bliksemsnel grijpt iedereen naar zijn drankje. Ben je te laat, dan heb je je koffie of thee over je heen. Of kijkt de overbuurman je zacht verwijtend aan lopen van en naar de kombuis brengt je in alle hoeken van het dagverblijf. Een zo'n schuiver doet wachtmaat Wil hardhandig kennis maken met de piano, terwijl ik onderweg naar de kombuis plotseling in een hogere versnelling beland en het glas van een schilderijtje mijn val moet breken.

In de kombuis gaat het een en ander over de vloer en de stapel borden boven de eethoek is al verkleind, omdat die bij de eerste serieuze schuivers als uit een soort repeteergeweer hun kastjes verlieten. Op een gegeven moment komt zelfs Jans koksmes uit de kombuis zeilen. Het scherpe gereedschap landt onder een bank en wringt zich door de onwaarschijnlijk kleine opening van de heteluchtverwarming, zodat Arno de volgende dag de hele zaak moet opbreken om het ding terug te vinden.

In de wacht is het wel sociaal om af en toe wat warme drank of soep te halen voor de rest. Jaap heeft net vier mokken vol soep, wanneer de hele zaak door de kombuis vliegt en hij opnieuw kan beginnen. Later brengt hij samen met Herman de nieuwe mokken naar achteren en weten ze maar net te ontsnappen aan een zich inschepende golf. Duur van de operatie: ongeveer een uur.

Schip stormklaar
Na de dag met de indrukwekkende bui hebben we windkracht zeven, afnemend tot zes. Er gaan wat reven uit en zeilen bij. De derde november is de zee afgevlakt en lopen we halve wind naar het zuidoosten. 's Middags ruimt de wind naar west en komt de 150 vierkante meter grote breefok er bij. Onder de vierkante zielen (bram, topzeil en breefok) plus grootzeil gaan we de nacht in. De schuivers op de deining maken slapen lastig. Alleen op de rug lig je stevig genoeg bij hellingen zeker twintig graden naar bak- en stuurboord. Van der Dussen is een van de weinigen met nauwelijks last. Maar die heeft dan ook een warme kruik.

In de vroege morgen van 4 november meten we 18 knopen wind aan dek. Inclusief de bootsnelheid van negen knopen levert dat 27 knopen op (zes Beaufort). Dat lijkt van korte duur, want het weerbericht meldt dat het restant van een tropische storm vanuit het noorden ons pad gaat kruisen en voor windkracht acht zal zorgen. Reden het schip echt stormklaar te maken. De kleden gaan over de luiken, de zeilen worden alvast gereefd en alles wordt nog eens goed gesjord.

's Avonds passeren we de 48ste graad zuiderbreedte en is het verraderlijk rustig. In de nacht neemt de wind echter geleidelijk toe, bij een vallende barometer. 's Morgens om een uur of negen staat er een noordwester van zes à zeven en lopen we onder fok, groot-, top- en bramzeil ruim negen knopen. De barometer is het laatste uur met twee punten gevallen en korte tijd later maken groot- en bramzeil plaats voor het gereefde schoenerzeil. In onze wacht neemt de wind toe tot NNW acht. In vlagen is het af en toe negen en de zee bouwt fors op.

Kompas valt weg
Plotseling valt het kompas van de roerganger weg. Het is de repeater (dochter) van het kompas in het dak van het kotje en er is iets mis met de bedrading. Van der Dussen schrikt zich lam en brult het uit. Ons laagje zelfvertrouwen is bij deze toenemende wind maar erg dun. Claude, onze Belgische radarspecialist, repareert de bedrading. De eerste keer dat hij soldeert bij acht Beaufort.

In het eerste deel van deze wacht spuiten we af en toe met ruim tien knopen voort en dat levert een - voorlopig - record op van 36 mijl in een wacht. Voor het eerst lijken de deininggolven echt op waterbergen. De vijftig meter lange schoener wordt moeiteloos opgetild en weggezet. Soms recht vooruit, zodat je het voordek diep onder je ziet, soms schuin, zodat je langs de voorkant van de golf naar beneden roetsjt. Het kompas draait als dol, maar steeds weer komt de Oosterschelde terug op koers. Wel beklimmen sommige golven het schip aan weerszijden en zetten soms zelfs het hoge achterdek blank. (Van der Dussen z'n laarzen zijn te kort, zo bleek). Golven, kort voor het achterschip brekend, knallen tegen de romp en spuiten meters hoog op.

De volgende dag, 6 november, is het nog buiig bij zeven tot acht Beaufort. We doen tussen 's morgens vier en acht 33 mijl, gaan tevreden aan het ontbijt en zitten om half negen te klaverjassen. Wonderlijk, hoe snel je went aan harde wind. Alleen voor echte grote schuivers worden de gesprekken nog onderbroken. In de vroege ochtend van 7 november varen we de Furious Fifties binnen. We hebben nog steeds harde noordwestenwind en tegen vieren slaat een klap water over het achterdek tot over de drempel van het kotje. Aan weerszijden staan de golven geregeld een meter boven de verschansing (boven mij klinkt nu Gloria in Excelsis Deo). Maar de barometer stijgt en om half twaalf zijn we op 50.26,4 S132.58 W: halverwege onze reis.

's Avonds zet Jan een captain's dinner op tafel met zoveel schaaltjes met extraatjes, dat de afwasploeg er bleek van wegtrekt. De wind zwakt steeds verder af en zondagmorgen gaat de breefok erbij. Om vijf uur 's morgens hang ik op de ra van de breefok om een lijn te klaren. Ik zweet al minder dan de vorige keer.
Nog 2040 mijl te gaan naar Kaap Hoorn.



Volg de Oosterschelde naar Kaap Hoorn:
 Schoener Oosterschelde voor zwaarste traject: Kaap Hoorn  Een terras met een voorgevoel  Het waait echt harder in de Roaring Forties  Lang gewacht, toch geruimd  Zingen op een donkere oceaan  Om de zuid gedwongen speren we oost  Kaap Hoorn, maar dan met zon  Alsof het deksel van de hogedrukpan gaat

VAART!Mobiel


 

index