De informatie op deze pagina wordt u aangeboden
door de Raad voor de Transportveiligheid

Ongevallen op het Marker- en IJsselmeer

Onderzoek naar een tiental scheepvaartongevallen op het Marker- en IJsselmeer, uitgebracht op 13 november 2001.

Op 30 november 1999 vervulde en zonk het met 1170 ton rode gasolie geladen motortankschip Zinnia op het IJsselmeer ter hoogte van de Rotterdamse hoek. Door de Raad voor de Transportveiligheid werd besloten om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van dit ongeval. Gedurende het onderzoek naar de Zinnia vond op het Marker- en IJsselmeer nog een aantal soortgelijke ongevallen plaats. Voor de onderbouwing van de bevindingen is gebruik gemaakt van in totaal een tiental ongevallen die onderzocht zijn door de Raad voor de Transportveiligheid. Deze ongevallen hebben als gemeenschappelijke factor dat ze plaatsvonden op ruim water en dat het risico van een grootschalige milieuverontreiniging reëel aanwezig was. Dit was de reden om het onderzoek verder uit te breiden. Van elk ongeval zijn in de bijlagen de feitelijke omstandigheden omschreven.

De ingestelde onderzoeken vertoonden een groot aantal overeenkomsten. Onder andere het zeeklaar maken, de weerssituatie en de constructies kwamen regelmatig in de diverse onderzoeken als oorzaak terug.

De resultaten van het onderzoek wijzen dan ook naar een verbetering van de wet- en regelgeving met betrekking tot zone 2 water, spatwater- en regendicht, veiligheidsafstand en het vrijboord van binnenvaartschepen. Ook wordt een aanbeveling gedaan voor een uitbreiding van de weersinformatieverstrekking. Tijdens het onderzoek is gebleken dat menig gebruiker van het Marker- en IJsselmeer een veilige vaart onder de heersende omstandigheden op dit ruime water onderschat.

Op grond van de bevindingen zijn een vijftal aanbevelingen geformuleerd. Deze zijn:

    Ten aanzien van de zonering
  1. De Minister van Verkeer en Waterstaat dient onderzoek te doen naar de huidige eisen aan de zonering van de binnenwateren, dit naar aanleiding van de geconstateerde golfhoogtes op het IJsselmeer die een aanscherping van de technische eisen aan schepen op zone 2 rechtvaardigen. In het bijzonder dient de thans geldende indeling van de veiligheidsafstand, in relatie tot het vrijboord, te worden vergroot.

    Ten aanzien van de spatwater- en regendichtheid

  2. De Minister van Verkeer en Waterstaat dient zodanige regels op te stellen dat er eisen gesteld (kunnen) worden aan constructiedelen en inrichtingen van schepen, zodat deze onder operationele omstandigheden te allen tijde waterdicht zijn.

    Ten aanzien van de weersinformatie-verstrekking

  3. De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen om het aantal waarnemingsstations op het Marker- en IJsselmeer uit te breiden om zodoende een betere dekking te hebben voor het verstrekken van met name windverwachtingen. Tevens dient er informatie met betrekking tot golfhoogtes verstrekt te worden.

    Ten aanzien van de veiligheidseisen

  4. De Minister van Verkeer en Waterstaat en, als toezichthoudende dienst, de Divisie Scheepvaart, dienen zodanige regels op te stellen c.q. te hanteren die voorzien in preventieve en constructieve veiligheidseisen met betrekking tot voorzieningen en onderhoud aan schepen die gebruik mogen maken van zone 2 wateren.

    Ten aanzien van de voorzorgsmaatregelen

  5. Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, het Kantoor Binnenvaart en de Koninklijke Schuttevaer worden aanbevolen om in samenwerking met de Minister van Verkeer en Waterstaat een risico inventarisatie te ontwikkelen voor het varen op ruim water.

download het rapport (396 Kb)



 

Terug naar de openingspagina van VAART!