De informatie op deze pagina wordt u aangeboden
door de Raad voor de Transportveiligheid

Ongeval in ladingtank

Fataal ongeval in de ladingtank van een chemicaliëntanker op 30 november 2000,
uitgebracht op 13 maart 2003.

    Op vrijdag 1 december 2000 overleed de Nederlandse schipper van het Belgische motortankschip (mts) Santa Ponsa. Hij was opgenomen in het academisch ziekenhuis Dijkzigt te Rotterdam.

    Het slachtoffer had op donderdag 30 november 2000 omstreeks 21.45 uur een ladingtank van het mts Santa Ponsa betreden om ladingrestanten te verwijderen.

    Het mts Santa Ponsa lag afgemeerd in de 3de Petroleumhaven in Rotterdam-Botlek.

    Als adembeschermingsmiddel gebruikte het slachtoffer een volgelaatmasker met filterbus. Voor het betreden van de ladingtank was de atmosfeer in de tank niet gemeten. Naar later kon worden vastgesteld, is het slachtoffer door zuurstofgebrek buiten kennis geraakt en vervolgens op de bodem van de ladingtank gevallen. Door deze val raakte de schipper gewond aan zijn hoofd. De ladingtank was leeg. De laatste lading die vervoerd was, betrof nafta.

    Enige uren na de berging van het slachtoffer is de atmosfeer in de betreffende ladingtank gemeten door een gasdeskundige. In de tank was slechts 8% zuurstof. Er werd meer dan 200 ppm Benzeen (giftige en carcinogene1 stof) gemeten. Bovendien was de lucht-/gasverhouding ruim boven de onderste explosiegrens.

    Het slachtoffer werd door een bemanningslid ontdekt en door de bemanning geborgen.

    Door de scheepsbemanning, personeel van de havendienst van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) en de Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD) werd eerste hulp verleend. Het slachtoffer is vervolgens met een ambulance naar het dichtst bijzijnde ziekenhuis in Spijkenisse vervoerd.

    Later is het slachtoffer door hersenletsel in coma geraakt en als gevolg van deze complicaties naar het academisch ziekenhuis Dijkzigt te Rotterdam vervoerd.

    Een ander bemanningslid zou in een andere tank onder dezelfde omstandigheden aan het werk gaan. Bij het betreden van de ladingtank bedacht deze zich en ontkwam hiermee ternauwernood aan een fataal ongeval.

    In dit rapport zijn alleen de aspecten beschreven die betrekking hebben op het meten van gasconcentraties, het betreden van besloten ruimten en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals adembescherming bij het betreden van dergelijke ruimten.

    De invloed die het ontgassen van binnenvaarttankschepen heeft op het nautische veiligheidsaspecten, evenals de invloed op het milieu zijn niet in dit rapport betrokken.

    Op grond van de bevindingen is een viertal aanbevelingen geformuleerd. Deze zijn:

    1. De Vereniging voor Veiligheidsadviseurs Vervoer Gevaarlijke Stoffen wordt aanbevolen haar leden te wijzen op het belang van de adviserende taak van haar leden. Met name wordt aanbevolen dat deze veiligheidsadviseurs de bemanningen op het belang wijzen van het in acht nemen van de voorgeschreven meetmomenten aan boord van binnenvaartschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren. Ook dienen zij te wijzen op het belang van het gebruik van de juiste adembeschermingsmiddelen en de naleving van de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot het betreden van besloten ruimten.

    2. Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, het Kantoor Binnenvaart en de Koninklijke Schuttevaer, wordt dringend aanbevolen hun leden te wijzen op het belang van het meten van de atmosfeer in laadruimten en het naleven van de gestelde veiligheidsregels bij het betreden van besloten ruimten.

    3. Het Scheepvaart en Transport College Rotterdam en de Vakopleiding Transport en Logistiek wordt aanbevolen om tijdens de verschillende opleidingen de cursisten met nadruk te wijzen op het belang van het meten van de atmosfeer in besloten ruimten op explosieve gasmengsel, zuurstof alsmede giftige gassen. Tevens wordt hen aanbevolen om te wijzen op het levensbelang om de juiste adembeschermingsmiddelen te gebruiken en de veiligheidsvoorschriften bij het betreden van besloten ruimten na te leven.

    4. De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen ervoor zorg te dragen dat het document, zoals dit in het ADNR genoemd wordt, waarin met name de momenten waarbij de atmosfeer in besloten ruimten gemeten moet worden en waarin de meetresultaten moeten worden vastgelegd, zo snel mogelijk van kracht te laten worden, zodat dit document kan bijdragen tot een beter veiligheidsbesef van bemanningen aan boord van binnenvaartschepen.

download het rapport (955 Kb)

 

Terug naar de openingspagina van VAART!