De informatie op deze pagina wordt u aangeboden
door de Raad voor de Transportveiligheid
Hefbare stuurhuizen
Onderzoek naar de veiligheidsaspecten van hefbare stuurhuizen in de
binnenvaart, uitgebracht op 22 november 2001
In de periode juli 1999 - juli 2000 is door de Raad
voor de Transportveiligheid (RvTV) een aantal
scheepvaartongevallen onderzocht, waarbij hefbare
stuurhuizen direct dan wel indirect een belangrijke rol
hebben gespeeld bij het ontstaan en/of de afloop van
het ongeval.
Uit het onderzoek blijkt dat er met betrekking tot
hefbare stuurhuizen relatief weinig tot geen
regelgeving beschikbaar is. Het ontbreken van
technische eisen, veiligheidsvoorschriften en daarnaast
gebreken in de infrastructuur hebben tot ongevallen
geleid die in belangrijke mate voorkomen hadden kunnen
worden.
Bij de onderzochte ongevallen zijn er gevallen waarbij
het volledige stuurhuis met fundatie omgetrokken is en
waarbij opvarenden gewond zijn geraakt. Zelfs uit de
ongevallen met minder ernstige afloop kan de conclusie
worden getrokken dat de veiligheid op onvoldoende
niveau is.
Naast overeenkomst tussen de diverse ongevallen zijn
ook enige bijkomende factoren in kaart gebracht.
Bij het rapport is een CD-rom gevoegd. Op deze CD-rom
is de ontwikkeling in de besturing van schepen
weergegeven. Daarbij is tevens een vergelijk gemaakt
tussen schepen met de besturing op het voorschip en
schepen met de besturing in een hefbaar stuurhuis op
het achterschip.
De Raad voor de Transportveiligheid heeft voor de
diverse technische onderzoeken gebruik gemaakt van
externe scheepsbouwkundige en werktuigbouwkundige
expertise. De uitkomsten van deze technische
onderzoeken zijn in het rapport verwerkt. Van
Rijkswaterstaat en de Divisie Scheepvaart is informatie
verkregen over respectievelijk de infrastructuur en de
van toepassing zijnde regelgeving.
De in het rapport opgenomen aanbevelingen zijn van
uiteenlopende aard. Deze zijn respectievelijk:
- De Koninklijke Schuttevaer, het Centraal Bureau voor
de Rijn- en Binnenvaart en het Kantoor Binnenvaart
dienen er zorg voor te dragen, dat de eigenaren en/of
de schippers van schepen met hefbare stuurhuizen op
korte termijn een inventarisatie en evaluatie van de
risico’s van alle aspecten van het gebruik van deze
stuurhuizen maken en op basis daarvan zodanige
maatregelen nemen, dat de bediening veilig is en er
veilig mee gevaren kan worden.
- De Vereniging van Nederlandse Scheepsbouwers en de
Koninklijke Vereniging van Technici op
Scheepvaartgebied dienen er zorg voor te dragen dat
bouwers van schepen met hefbare stuurhuizen op korte
termijn een programma samenstellen en implementeren, om
de door hen geleverde en te leveren hefbare stuurhuizen
en schepen met hefbare stuurhuizen veilig te maken.
- De Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
van Verkeer en Waterstaat dienen toezicht te houden op
de veiligheid van het gebruik en bediening van schepen,
inclusief alle aspecten van hefbare stuurhuizen. De
verantwoordelijke Ministers dienen de toezichtfilosofie
duidelijk te maken en, indien nodig, te verbeteren.
Tevens dient men te bevorderen, dan wel er voor zorg te
dragen, dat essentiële installaties als stuurhuisliften
periodiek door deskundigen worden gecontroleerd.
- De Minister van Verkeer en Waterstaat dient
wettelijke regels op te stellen voor bouwers/
leveranciers en gebruikers van hefbare stuurhuizen ten
aanzien van de constructie en het veilig gebruik ervan,
waarbij de aandacht speciaal dient uit gaan naar de
integrale veiligheid, waarbij de inrichtingseisen en de
alarmering een prominente rol dienen te spelen.
- De Minister van Verkeer en Waterstaat dient
wettelijke regels op te stellen dat wanneer nieuwe
producten en/of constructies worden toegepast in de
scheepvaart en specifieke wet- en regelgeving ontbreekt
of onvoldoende is, dat de ontwerper/bouwer/-
fabrikant/-leverancier aantoont dat deze zodanig zijn
ontworpen, gebouwd en van instructies voor gebruik zijn
voorzien, dat de risico’s van het gebruik ervan zo laag
als redelijkerwijs mogelijk zijn.
- De Minister van Verkeer en Waterstaat dient er zorg
voor te dragen dat regelgeving voor schepen uitgerust
met hefbare stuurhuizen wordt ontwikkeld, zodat deze
schepen permanent in staat zijn een betrouwbare en voor
elke verkeerssituatie veilige uitkijk te houden.
- De Minister van Verkeer en Waterstaat dient er zorg
voor te dragen dat het kanaalpeil op de
Schelde-Rijnverbinding zo veel mogelijk wordt
aangehouden, zodat de scheepvaart zijn reizen met
betrekking tot de hoogte zorgvuldig en naar betrouwbare
gegevens kan plannen. Als de waterstand afwijkt van het
kanaalpeil dient de scheep-vaartonmiddellijk en op een
duidelijke en voor iedereen toegankelijke wijze
gewaarschuwd te worden.
- De Minister van Verkeer en Waterstaat dient er voor
zorg te dragen dat de Kreekrakbruggen op een zodanige
hoogte gebracht worden, dat bij kanaalpeil de
gegarandeerde doorvaarthoogte van 9,10 meter aanwezig
is. De veiligheidsruimte, zoals vermeld in de
Richtlijnen vaarwegen van de Commissie
Vaarwegbeheerders, dient daarbij onverkort te worden
toegepast.
(6,7 Mb)