|
|||||||
|
De informatie op deze pagina wordt u aangeboden Dodelijk ongeval met sportvisboot op het KeetenScheepvaartongeval met dodelijke afloop op het Keeten op 10 december 1999, uitgebracht op 25 juli 2002.
Op het Keeten kwam vanuit de Oosterschelde, varend in de richting van de Krammersluizen, een leeg binnenvaartschip. De schipper van het binnenvaartschip heeft het motorbootje niet opgemerkt. Het binnenvaartschip botste tegen het motorbootje. Het bootje kapseisde en vervulde. Door de aanwezige luchtkasten zonk het motorbootje niet. De sportvisser viel in het water. Hij hield zich aanvankelijk vast aan het bootje. De omstandigheden waren niet gunstig. Er waaide een harde wind, en de temperatuur van het water en de lucht was laag. Na enige tijd liet de sportvisser het bootje los. Op de in zijn kleding aanwezige lucht bleef hij drijven. Het binnenvaartschip keerde terug naar de plaats van het ongeval. Door het slechte weer en het hoge vrijboord van het schip was het onmogelijk het slachtoffer te bergen. Er was op het moment van het ongeval relatief veel beroepsvaart in de omgeving. Al deze schepen zijn in min of meerdere mate betrokken bij de daarop volgende hulpverlening. De sportvisser werd ongeveer 15 minuten na het ongeval door de bemanning van een geladen beunschip geborgen. Het slachtoffer dreef toen reeds levenloos en met zijn gezicht in het water. Vijf minuten nadat het slachtoffer geborgen was, werd een gealarmeerde arts door een snel patrouillevaartuig van de waterpolitie ter plaatse gebracht. Hij kon alleen nog de dood van het slachtoffer vaststellen. Enige tijd later landde een medisch traumateam uit Rotterdam met een helikopter op de lading zand van het beunschip. Het motorbootje werd door een ander binnenvaartschip en een duwboot geborgen. Het slachtoffer is bij het ongeval door de kou bevangen en vervolgens met zijn hoofd onder water geraakt en verdronken. De landelijke pers heeft destijds veel aandacht aan het ongeval besteed. Op grond van de bevindingen is een tweetal aanbevelingen geformuleerd. Deze zijn:
Naar de omvang van de dode hoek in het blikveld van de roerganger aan boord van binnenvaartschepen, zal door de Raad voor de Transportveiligheid een nader onderzoek ingesteld worden. Eventuele aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek met betrekking tot de vermindering van deze dode hoek en de verbetering van het blikveld van de roerganger, zullen aan de hand van de bevindingen uit het aanvullend onderzoek geformuleerd worden.
|