|
|||||||
|
Raad voor de ScheepvaartAanvaring Nederlands vissersvaartuig "Concordia" met Frans schip "Luxembourg" op Noordzee
Een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld in artikel 29, derde lid, van de Schepenwet, besliste op 7 maart 2002 dat de Raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van deze scheepsramp en dat het onderzoek tevens zou lopen over de vraag of deze scheepsramp te wijten is aan de schuld van de schipper van het Nederlandse vissersvaartuig ’’Concordia’’ UK 246, Riekelt Visser, wonende te Urk, en/of de wachtsman Jacob Woord, wonende te Urk.
BeschouwingDe navigatie tijdens het vissenAan boord van de ’’Concordia’’ UK 246 gebruikte men ten behoeve van de navigatie tijdens het vissen een gedigitaliseerde zeekaart genaamd ’’Quod Fish 100, versie 2,05b’’, aangemaakt in december 1988 en ontwikkeld ten behoeve van de visserij. Deze kopie van de officiële hydrografische kaart was echter niet bedoeld als vervanger van de papieren zeekaart en diende daarom ook niet alleen voor de navigatie gebruikt te worden.
Aan boord van de kotter werd een versie van Quod Fish geïnstalleerd waarop het
verkeersscheidingsstelsel ’’Off Botney Ground’’ niet was aangegeven zoals was
afgekondigd in Staatscourant nummer 233 van november 1990. Wel was, middels
twee lijnen, aangegeven waar dit stelsel ongeveer gerealiseerd zou worden. Deze
lijnen waren echter zodanig aangebracht dat, met de invoering van het nieuwe
verkeersscheidingsstelsel in 1990, men het stelsel binnenvoer terwijl men aan boord
van mening was dat men het stelsel juist verliet.
In het algemeen is men op de visserij koploper wat betreft de aanschaf van nieuwe apparatuur ten behoeve van de visserij, navigatie en radarinstallaties. Het verbaast de Raad dan ook in hoge mate dat men op de ’’Concordia’’ gebruik maakte van sterk verouderde plotprogramma’s en een niet bijgewerkte zeekaart voor een druk bevaren gebied. De schipper is hiervoor verantwoordelijk en de Raad is van oordeel dat de schipper in deze zijn verantwoordelijkheid niet heeft genomen en een tuchtrechtelijke maatregel te zijnen aanzien aan de orde is. De wachtsman werd verkeerd geïnstrueerd en wist daarom niet dat hij al vissend het verkeersstelsel binnenvoer. Daardoor werd er op een verkeerde manier in het verkeersstelsel gevist en de daar aanwezige scheepvaart belemmerd. De Raad is van oordeel dat dit bijgedragen heeft aan de aanvaring. De aanvaring vond plaats in de positie 53° 45’,7 N en 003° 16’,3 O. Deze positie bevindt zich midden in de NO-gaande baan van het stelsel.
De aanvaring
Tijdens zijn wacht was de wachtsman alleen op de brug. Zoals op veel vissers-schepen voorkomt stond het wachtalarm niet bij. De Raad heeft herhaalde malen de aanbeveling gedaan om het wachtalarm te koppelen aan de stuurautomaat, zodat tijdens het vissen deze alarmering immer bijstaat. Gezien het bovenstaande is de Raad van oordeel dat wachtsman Woord schuld heeft aan de aanvaring en een tuchtrechtelijke maatregel aan de orde is. BeslissingDe Raad straft schipper R.Visser, geboren 7 september 1947 te Urk, om voormelde reden, door het te zijnen aanzien uitspreken van een berisping.De Raad straft wachtsman Woord, geboren 3 februari 1955 te Urk, wegens zijn schuld aan de aanvaring, door hem de bevoegdheid om als zelfstandig wachtsman te varen op vissersschepen te ontnemen voor een periode van één week. LeringDe navigatie dient, tenzij anders bepaald, alleen te geschieden op bijgewerkte officiële hydrografische zeekaarten.
|