|
||||||||
|
Raad voor de ScheepvaartOngeval a/b chemicaliëntanker ’Jo Clipper’
Een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld in artikel 29, derde lid, van de Schepenwet, besliste op 12 december 2001 dat de Raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van deze scheepsramp.
ConclusieDe primaire oorzaak van het onderhavige ongeval is naar het oordeel van de Raad het gebruik van een te lange bout waardoor het moeilijk te beoordelen was of deze uit de oogmoer draaide. Ook had de aanwezigheid van personeel onder de werkplek, waar met zwaar materiaal gewerkt werd, niet mogen plaatsvinden.Controle, door de scheepsleiding, op deze twee aspecten is onvoldoende geweest. Het zelf ontworpen hijsgereedschap had echter in het geheel nooit gebruikt mogen worden.
De uiteindelijke verantwoording voor het hijsgereedschap ligt bij de rederij. De rederij dient het gebruik van hijsgereedschap, dat niet door Klasse is beoordeeld en getest, op alle schepen van de rederij te verbieden.
Lering
AanbevelingDe Raad beveelt de bevoegde autoriteit aan voor alle betrokkenen duidelijkheid te scheppen ten aanzien van de verantwoordelijkheid en de voorschriften voor het gebruik van hef- en hijswerktuigen aan boord van schepen.
|