Maandelijks ABRI-column in VAART! - maart 1998 Heffings- en invorderingsrente Veel ondernemers in de binnenvaart worden er mee geconfronteerd: rente op belastingaanslagen. Tot groot genoegen maar ook tot ontsteltenis. De regels voor het berekenen van heffings- en invorderingsrente zijn per 1 januari 1997 gewijzigd. De nieuwe regels gelden voor de belastingjaren vanaf 1996, maar treden per 1 januari 1998 in werking. Een gedeelte is reeds per 1 juli 1997 ingegaan. Ik zal de oude regels (van belang voor oudere jaren, waarover de aanslag nog niet definitief is opgelegd) en nieuwe regels even kort met u doorlopen. Heffingsrente is volgens de oude regeling verschuldigd als door het afwijken van de aangifte ten opzichte van de geschatte opgaven, meer belasting is verschuldigd en ook na verrekening van de voorheffingen (loonbelasting) en voorlopige aanslagen per saldo nog bijbetaald moet worden. Heffingsrente wordt vergoed als een voorlopige of definitieve aanslag tot een negatief bedrag wordt opgelegd of verminderingen plaatsvinden van te betalen of terug te geven bedragen. Heffingsrente wordt pas berekend na een zogeheten drempeltijdvak. Deze vangt aan 15 maanden na het einde van het boekjaar. In de nieuwe regeling is er geen drempeltijdvak meer. Over iedere soort van belastingaanslag met een dagtekening na het desbetreffende jaar kan heffingsrente worden berekend. Ook als niet wordt afgeweken van de aangifte kan heffingsrente aan de orde komen. Voor aanslagen over 1996 wordt vanaf 1 juli 1997 heffingsrente berekend. Hiertoe was het invullen van zo nauwkeurig mogelijke schattingsformulieren noodzakelijk. Voor aanslagen over 1997 zal reeds vanaf 1 januari 1998 heffingsrente worden berekend. Invorderingsrente is daarentegen verschuldigd als een aanslag geheel of gedeeltelijk te laat wordt betaald. De rente wordt berekend vanaf de eerste dag na vervaldatum van de laatste (of enige) betalingstermijn tot en met de dag van betaling. Invorderingsrente wordt vergoed als een reeds betaalde aanslag tot een te hoog bedrag blijkt te zijn opgelegd en daadwerkelijk een bedrag aan belasting wordt terugbetaald. In de nieuwe regeling verandert er niet zoveel. Er wordt wel een zogenaamde betalingskorting ingevoerd bij betaling van voorlopige aanslagen. Als een voorlopige aanslag,die in meerdere termijnen mocht worden betaald, ineens wordt voldaan krijgt men met ingang van 1 januari 1998 een betalingskorting. Deze korting is gelijk aan de invorderingsrente gerekend over de helft van het tijdvak waarin de aanslag zou mogen worden voldaan. In de toekomst is het belangrijk de fiscus op tijd te informeren over de geschatte hoogte van het belastbaar inkomen. Het is dus van groot belang dat uw boekhouder tijdig beschikt over zo nauwkeurig mogelijke gegevens van uw inkomens- en of winstpositie. Behouden vaart Wim Onderdelinden Tenslotte Alle "sloopschippers" kunnen, fiscaal bezien, tevreden zijn. Alle gerezen problemen zijn uit de weg geruimd. Er kan nu op dezelfde wijze met de belastingdienst worden afgerekend, zoals dat gold voor alle voorgaande sloopregelingen. Dit betekent dat er weliswaar belasting moet worden betaald over de gerealiseerde boekwinst maar dat de fiscale vrijstelling van f 45.000,-- (man-vrouw-firma: f 90.000,--) volledig kan worden toegepast. Stichting A.B.R.I. Heemraadssingel 196 3021 DM ROTTERDAM Tel: 010 - 425 90 33 Fax: 010 - 425 89 63 Email: abri@per.nl Terug naar: VAART! in Bedrijf