22 Dec '06 -Binnenvaart wil volautomatische containerterminal op Tweede Maasvlakte
ROTTERDAM 21/12 - Een eigen, volautomatische overslagterminal op de Tweede Maasvlakte om van de wachttijden voor de containerbinnenvaart af te komen. Dat idee van Kees de Vries, secretaris Bureau Voorlichting Binnenvaart en directeur Koninklijke Schuttevaer, kreeg de zaal (ruim 300 deelnemers, de helft varenden) mee tijdens het congres 'Verder kijken dan je schip lang is...' donderdagmiddag in De Doelen in Rotterdam. Eén probleem: het Havenbedrijf Rotterdam voelt er niets voor, volgens directeur Pieter Struijs. Om van de wachttijden af te komen moeten ook de deepsea terminals zich aansluiten bij Bargeplanning van PortInfolink. 'Dat gaan ze doen, ook ECT heeft 'ja' gezegd', wist Struijs te melden.
Het Havenbedrijf wil wel een binnenvaartterminal, maar niet op de Tweede Maasvlakte. Zo'n terminal voor het hergroeperen van containers komt beter tot z'n recht in het nabije achterland, in de omgeving Gorinchem, Moerdijk of Dordrecht, zei Struijs. Hij vreest anders veel extra vrachtverkeer over de weg, terwijl Rotterdam dat vanwege CO2-afspraken juist probeert in te perken.
Het gaat De Vries niet zozeer om het hergroeperen, als wel om een revolutionaire vernieuwing in de containeroverslag die een eind moet maken aan het rondvaren van containerschepen in de Rotterdamse haven. Hij riep containeroperators en binnenvaartbedrijven op zelf de ontwikkeling van een binnenvaartterminal ter hand te nemen. 'Is dat moeilijk? Ja, maar niet onmogelijk. Als het havenbedrijf 90 miljoen euro meefinanciert aan een speciaal railoverslagcentrum, waarom dan niet aan een binnenvaartoverslagcentrum', wierp hij een balletje op. Om het te realiseren moeten schippers niet op hun schip blijven zitten maar strategische allianties sluiten en initiatief nemen, vindt De Vries. 'Nu niet gaan voor een volautomatisch binnenvaartoverslagcentrum zou een gemist kans zijn.'
Toekomstbeelden De futurologen Rudolf en Robbert Das zetten tijdens het congres de lijnen uit voor zo'n nieuw binnenvaartoverslagcentrum richting 2035.
De aanwezige Rudolf Das kreeg een enthousiast applaus voor zijn verfilmd verhaal van 18 minuten aan de hand van uitgewerkte tekeningen. Er is maanden werk aan vooraf gegaan. 'Teamwerk', volgens Das die zeer te spreken was over de samenwerking met het BVB.De toekomstbeelden zijn verwerkt in de nieuwe brochure 'Verder kijken dan je schip lang is!' van het BVB, die tijdens het congres het licht zag.
Vergaand geautomatiseerd In de wereld van Das zijn over 30 jaar de overslaghandelingen op terminals vergaand geautomatiseerd (robotkranen laden en lossen de zee- en binnenschepen volautomatisch). Voor dit doel moeten zowel de overslagterminals, als de schepen worden aangepast.
Volgens Das zal op de Tweede Maasvlakte meer sprake zijn van inzetdokken, waar de schepen voor het soepel verlopen van het overslagproces, muurvast moeten zijn verankerd. De schepen en laadruimen zullen daarvoor meer aan standaardafmetingen moeten voldoen. De havenoverslag, de distributie en het (na)transport vindt plaats door een en dezelfde ondernemer. Speciaal voor het flexibele containertransport wordt de 'mainliner' ingezet. De schepen zijn modulair ontwikkeld. De middensecties komen uit de lagelonenlanden, het hoogwaardige voor- en achterschip uit West-Europa. De inklapbare kraan maakt het schip flexibel om op alle plekken te laden en te lossen, maar tevens geschikt voor passage van de bruggen in de vaarwegen.
Hoogwaardig en snel Voor snel vervoer van hoogwaardige producten kunnen schepen ontstaan die een soort tussenvorm van een Short Sea- en binnenvaartschip worden. Een 'Swash-Ship-Catamaran', waarbij alle containers onderdeks zijn opgeborgen, die bij de maximumsnelheid van 50 km/h gedeeltelijk op de ingevangen lucht zweeft waardoor het schip over het water kan planeren. Een gasturbine zorgt voor elektrische waterstraalaandrijving.
Das voorziet ook de containerisering van 'chemical liquids'. In plaats van dure parceltankers worden speciale gestandaardiseerde tanks gebruikt met een inhoud van ca. 664 kubieke meter als transportvaten waarvan er vier passen in goedkoop gebouwde, ook gestandaardiseerde transportbakken. Het vullen, legen ontgassen van schoonmaken van de vloeistofcontainers gebeurt automatisch in transito-terminals aan de monding van de grote rivieren.Voor het 'kleine schip van de toekomst', met een beperkte bemanning van twee mensen, zoekt het duo Das het in lichtgewicht. De schepen worden in vijf sub-assemblies gemaakt van licht materiaal zoals sandwich-kunststoffen. De drie ruimsecties komen als massaproduct uit lage-lonenlanden. De standaard vrachtcapaciteit is 24 tot 32 TEU. De stuuthut en de woning zien we in de voorste sectie. Er is een commandobrug met perfect uitzicht naar voren enopzij, ongeacht de lading, met plaats voor een grote woning eronder. In de achtersectie zien we de machinekamer met erachter een elektrisch of hydraulisch aangedreven roerpropellor met twee tegen elkaar indraaiende propellors. Aan dek is plaats voor twee personenauto's, een hydraulische kraan en een achterhut.