08 Sep '05 -EVO: Binnenvaart ondergewaardeerd in Nota Mobiliteit
DEN HAAG 8/9 - 'Het rijk streeft naar betrouwbare reistijden voor het
vervoer van goederen over water', schrijft minister Peijs (V&W) in de donderdag gepresenteerde Nota
Mobiliteit en de bijgehorende Uitvoeringsagenda. 'Onderhoudsachterstanden worden
weggewerkt en er worden selectief benuttingsmaatregelen genomen. De
prioriteit ligt daarbij op de hoofdverbindingsassen. Nieuwe vaarwegen
zijn niet nodig. In 2020 voldoen de hoofdverbindingsassen aan de
geformuleerde streefbeelden van breedte, diepte en vrije
doorvaarthoogte en wachttijden bij sluizen.'
Voor de verladersorganisatie EVO
is het bij lange na niet genoeg: 'Van al het goederenvervoer in
Nederland gaat ruim veertig procent met binnenschepen. Het is dan ook
onbegrijpelijk en ronduit onaanvaardbaar dat het kabinet niets doet aan
het grootschalig achterstallig onderhoud van de vaarwegen. Tot 2010
worden zelfs de hoofdvaarwegen niet aangepakt. Terwijl juist betere
voorwaarden voor vervoer over water hard nodig zijn, gezien de drukte
op de weg.'
De Nota
Mobiliteit geeft de koers aan van de minister en de uitvoeringsagenda is de vertaling naar
de praktijk. Met de nota moet de betrouwbaarheid op weg, spoor en water
toenemen. Doel is dat 95 procent van de reizigers op tijd op de plaats
van bestemming arriveert. De files zijn in 2020 40 procent korter,
ondanks een toename van het personenvervoer met 20 procent en een
toename van het goederenvervoer met zelfs 40 tot 80 procent.
Essentiële onderdelen
De ambitie is het realiseren van betrouwbare reistijden voor de
binnenvaart in 2020 met prioriteit voor de hoofdverbindingsassen. Het
rijk werkt de onderhoudsachterstanden op de hoofdvaarwegen weg. Ook
wordt de capaciteit van de vaarwegen vergroot, zodat het groeiende
transport van de mainports en greenports naar de economische
kerngebieden en het buitenland over het water zonder kwaliteitsverlies
afgewikkeld kan worden.
Het streefbeeld voor 2020 is dat hoofdvaarwegen die de belangrijkste
zeehavens met het achterland verbinden (hoofdtransportassen), ten
minste geschikt zijn voor klasse VIb-schepen en
vierlaagscontainervaart, de doorgaande nationale hoofdvaarwegen ten
minste voor klasse Va-schepen en vierlaagscontainervaart en de overige
hoofdvaarwegen ten minste geschikt zijn voor klasse IV en
drielaagscontainervaart. Op de hoofdvaarwegen wordt gestreefd naar een
gemiddelde totale wachttijd van maximaal dertig minuten bij de
maatgevende verkeersintensiteit. Verder moeten er op de hoofdvaarwegen
- ook voor schepen met gevaarlijke stoffen – voldoende ligplaatsen zijn
en de bediening van de kunstwerken moet zo veel mogelijk afgestemd
worden op de wensen vanuit de markt en - waar van toepassing - op de
netwerkanalyses.
De vaarwegbeherende overheden formuleren op basis van de streefbeelden
voor de hoofdverbindingsassen gebiedsgerichte doelen voor onderhoud,
bediening en ontwikkeling van hun eigen vaarwegen en zorgen voor
afstemming met het hoofdvaarwegennet. Gemeenten houden bij hun
ruimtelijke ordeningsbeleid expliciet rekening met multimodale
ontsluiting en ontwikkeling van natte bedrijventerreinen. Provincies en
WGR-plusregio's dragen er zorg voor dat op strategische punten binnen
de economisch kerngebieden voldoende ruimte wordt gereserveerd voor
overslag van bulkgoederen en containers op binnenvaartschepen.
Peijs wil betrouwbare reistijden voor binnenvaart
DEN HAAG 30/9/04 - De Nota Mobiliteit pakt volgens het Centraal Planbureau (CPB) 'in grote lijnen gunstig uit voor de welvaart'. Het CPB vraagt zich wel
af of gebruikers voldoende baat hebben bij investeringen in de kleinere
vaarwegen. Minister Peijs streeft voor de binnenvaart naar betrouwbare
reistijden en wil de wachttijd bij sluizen terugbrengen tot 'gemiddeld structureel' 30 minuten.
Door extra groei van de
binnenvaart moet de overige infrastructuur worden ontlast. Daar is voor
de periode 2011-2020 volgens de Nota Mobiliteit een investeringsbedrag
van 1,5 miljard voor nodig; voor vaarwegonderhoud trekt de minister in
de nota 7,5 miljard euro uit. Op de vraag of de binnenvaart moet
meebetalen voor het gebruik van de rijksinfrastructuur geeft Peijs nog geen
uitsluitsel.
VNO-NCW
is positief over de plannen van minister Peijs. De
ondernemersorganisatie zegt het eens te zijn met de aangekondigde
investeringen in
wegen, spoor- en waterwegen. 'De minister moet zich echter niet bij
voorbaat rijk rekenen met nieuwe heffingen voor het gebruik van de weg,
waardoor minder in wegen zou hoeven te worden geïnvesteerd.' Als er
wordt gesproken over individueel
betalen voor het gebruik van de weg, moet dat volgens VNO-NCW ook
gelden voor gebruik van spoor en water. De organisatie noemt het de
hoogste tijd voor publiek-private samenwerking (PPS) om verbetering en
aanleg van wegen versneld uit te voeren. Ook Nederland Distributie Land vraagt meer aandacht voor PPS. NDL is positief maar kritisch over Nota Mobiliteit.
Eigen marktkansen benutten
De binnenvaart krijgt in de Nota Mobiliteit geen voorrang
boven weg of rail. 'Iedere modaliteit heeft zijn sterke kanten. Deze
eigen marktkansen moeten juist beter worden benut', stelt minister
Karla Peijs van Verkeer en Waterstaat in de Nota Mobiliteit. 'Om ook in
de toekomst vervoer over water goed te kunnen blijven
benutten is het zaak de betrouwbaarheid en concurrentiekracht van de
scheepvaart te waarborgen. De rijksoverheid loopt daarom achterstallig
onderhoud in en gaat de capaciteit van het water beter benutten.' Voor
de binnenvaart legt Peijs het accent op betrouwbare
reistijden.
'Betrouwbare reistijden zijn een voorwaarde om te kunnen groeien, omdat
groei gepaard gaat met intensiever gebruik van de vaarwegen. Het is de
ambitie deze groei mogelijk te maken, en tegelijkertijd de
betrouwbaarheid en reistijd op orde te brengen en vast te houden.
Daarvoor worden het achterstallig beheer en onderhoud ingehaald en
worden de capaciteitsknelpunten weggenomen, zodat de autonome groei van
de huidige markten de ruimte krijgt. Het spreekt voor zich dat hierbij
op projectniveau de maatschappelijke kosten en baten worden afgewogen.'
Kleinere vaarwegen
Peijs wil onverwachte stremmingen en diepgangsbeperkingen zoveel mogelijk voorkomen. Hiervoor is in de
periode 2011-2020 een bedrag nodig van circa 7,5 miljard euro. Daar
komt nog ruim 1 mld euro bij voor benuttingmaatregelen, zoals verhoging van
bruggen of verdieping van sluizen. Net als bij wegen en het spoor is ook bij
de rijkswaterwegen de professionalisering van de onderhoudsprogrammering in
gang gezet, maar wel iets later. De hoofdtransportassen, de Waal voorop,
vergen naar het zich laat aanzien naar verhouding weinig onderhoud, terwijl
ze zeer grote transportstromen faciliteren. De rentabiliteit van
onderhoudsuitgaven voor deze vaarwegen lijkt gunstig, concludeert het Centraal Planbureau in zijn 'Economische toets op de Nota Mobiliteit'. Vragen rijzen bij het CPB echter
rond de doelmatigheid van het onderhoud aan de andere vaarwegen, zoals de
Twentse en de Brabantse kanalen. 'De onderhoudskosten lijken hoog terwijl de
maatschappelijke waarde als vaarweg beperkt is.'
Streefbeeld
Peijs' streefbeeld
voor 2020 is dat de hoofdtransportassen tenminste geschikt moeten zijn
voor klasse VIb-schepen en vierlaagscontainervaart, en de doorgaande
nationale hoofdvaarwegen ten minste voor klasse Va-schepen en eveneens
vierlaagscontainervaart. Voor de overige hoofdvaarwegen geldt het
streefbeeld van geschiktheid voor minimaal klasse IV en
drielaagscontainervaart. Voor sluizen wordt gestreefd naar een gemiddelde
structurele wachttijd van maximaal dertig minuten.
Extra groei binnenvaart
Behalve de groeiende huidige markten kan de binnenvaart ook nieuwe
markten gaan bedienen met nieuwe containerlijndiensten, het vervoer van
pallets (distributie) en afval en zodoende de wegen en het spoor
enigszins ontlasten. Om het vaarwegennet zo te verbeteren dat dit
haalbaar is, zijn volgende Nota Mobiliteit de volgende aanvullende
benuttingsmaatregelen nodig:
een aantal bruggen verhogen: het vervoer van containers
over water (vooral op Nederlands grondgebied) neemt sterk toe en kan op
termijn leiden tot nieuwe containerlijndiensten. Op bepaalde trajecten
beperkt de doorvaarhoogte van bruggen deze groei echter;
het onderliggend vaarwegennet verder benutten: het concept
Distrivaart, goederenvervoer met pallets volgens een vaste
dienstregeling, biedt kansen goederen te vervoeren die tot dusver over
de weg werden vervoerd. Om deze distributie op grotere schaal mogelijk
te maken moeten ook de kleinere vaarwegen worden benut en goed
aansluiten op het hoofdvaarwegennet. Figuur 5.4 laat potentiële
distributienetwerken zien. Afhankelijk van de marktvraag moeten de
verschillende vaarwegbeheerders samenwerken om die potentie te benutten;
verkeersmanagement uitbreiden: ook verkeersmanagement
helpt de vaarwegen beter en veiliger te benutten. Per gebied moeten de
verschillende beheerders zoals vermeld de bediening van de bruggen
afstemmen op de vraag van de markt (binnenvaart en recreatievaart). Het
rijk werkt hiervoor een plan van aanpak uit en stemt dit af met de
andere vaarwegbeheerders. Bij dit plan van aanpak kan onder andere
worden gedacht aan meer centrale bediening. Verder stimuleert het rijk
maatschappelijk gewenste innovaties, onder meer in verkeersmanagement.
De hiermee gemoeide extra investeringen bedragen volgens de Nota
Mobiliteit voor de periode 2011-2020 in totaal 1 miljard euro, wat
neerkomt op 100 miljoen per jaar. 'Zo kunnen jaarlijks minimaal 150
miljoen euro extra economische en maatschappelijke baten worden
behaald. Als de nieuwe markten zich ontwikkelen zoals de sector
verwacht, is de marktpotentie nog veel groter en kan aan een veelvoud
van die baten worden gedacht.'
Betalen voor gebruik
De binnenvaart betaalt momenteel geen vergoeding voor het gebruik van
de rijksinfrastructuur. Het is de vraag of deze situatie moet blijven
bestaan. Ten eerste is er meer geld nodig om beheer, onderhoud en
benutting van de vaarwegen te financieren en ten tweede wil de Europese
Unie op termijn toe naar een gebruiksvergoeding voor de infrastructuur
voor alle transportwijzen. Dit wordt nader uitgewerkt in het
interdepartementaal beleidsonderzoek Gebruiksvergoedingen
Goederenvervoer