14 Nov '06 -Rijk kiest voor AIS, organisaties: rekening Rijk
ROTTERDAM 14/11 - Er komt geen AI-IP (identificatie van schepen via internet) zoals de binnenvaartorganisaties voorstelden. Minister Peijs heeft, 'na onafhankelijk onderzoek' en 'om redenen van vergroting van de veiligheid', gekozen voor de invoering van AIS. Het transpondersysteem wordt al wereldwijd gebruikt voor de automatische identificatie van zeeschepen. Een AIS-transponder aan boord van binnenschepen zal zeker niet vóór 2009 verplicht zijn.
In het vandaag gesloten Convenant Binnenvaart respecteren de branchepartijen Peijs' keuze. Ze houden vast aan vrijwillige invoering en claimen dat de overheid de aanschaf en inbouw van transponders betaalt (minimaal 10 miljoen euro). Uit privacy-overwegingen willen de organisaties dat het uit te zenden AIS-bericht beperkt blijft tot de positie van het schip en identificatie.
In een toelichting op het besluit reageert directeur Kees de Vries van Koninklijke Schuttevaer met lichte teleurstelling, omdat AI-IP de ontwikkeling van allerlei breedbandige internettoepassingen had kunnen versnellen en omdat met AI-IP de privacy beter gewaarborgd zou zijn. AIS is primair een overheidsbelang, stelt De Vries. 'AIS kan de overheid in de toekomst flinke besparingen opleveren, daarom is het redelijk dat de overheid de kosten voor haar rekening neemt.'
Uit Convenant Binnenvaart
Hoofdstuk 6 River Information Services (RIS)
Artikel 8
Na het onafhankelijke onderzoek naar de mogelijkheden van AIS (Automatic Identification System van UN/IMO) en AI-IP (Automatische Identificatie met Internet Protocol) kiest de Staat, om redenen van vergroting van de veiligheid, voor de invoering van AIS zoals bedoeld in de RIS-Directive 2005/44/EU voor de binnenwateren. Een verplichting tot het aan boord hebben van AIS is niet vòòr 2009 voorzien.
De branchepartijen respecteren vanuit het perspectief van grotere veiligheid deze keuze. Het is voor hen daarbij essentieel dat:
de Staat bereid is om gedurende de periode van vrijwillige invoering, voor een nader te bepalen deel van de kosten van de aanschaf en installatie van AIS aan boord van binnenschepen, een rol te spelen in de financiering. Hierbij geldt als aanname dat de Europese Commissie hiermee accoord gaat.
uit privacy-overwegingen het uit te zenden AIS-bericht beperkt zal blijven tot de positie van het schip en identificatie.
Indien partijen over de in artikel 2 genoemde punten tot overeenstemming geraken, zijn de branchepartijen, onder de huidige waarborgen van de privacy, bereid loyaal mee te werken aan de vrijwillige invoering van AIS.
Hoe moet het convenant binnenvaart rond de invoering van Inland-AIS worden uitgelegd?
Door Kees de Vries, directeur Koninklijke Schuttevaer
Het zat er al enige tijd aan te komen. De overheid wil dat op termijn de binnenvaart wordt uitgerust met de Inland-AIS-transponder. AIS is al verplicht op zee en zal als het aan de overheid ligt ook verplicht worden op Europese binnenwateren. Het voordeel van AIS is vooral dat op de verkeersposten de verkeersleiders de schepen met naam en toenaam kunnen identificeren. Schepen hoeven zich dan in principe niet meer standaard per marifoon te melden, want de verkeersleider weet gelijk welk schip (scheepsnaam + positie) zich waar bevindt. Dat scheelt in het marifoonverkeer en levert minder misverstanden op, c.q. is dus veiliger.
Ook aan boord kunnen de signalen van schepen met AIS worden weergegeven op een elektronische kaart, met vermelding van schip, positie en vaarrichting. Wanneer iedereen AIS zou hebben is er dus naast radar en marifoon, via de elektronische kaart een extra hulpmiddel in de stuurhut aanwezig en minder marifoonverkeer tussen schepen onderling nodig. Er loopt nog een discussie over het integreren van de electronische kaart +AIS in het radarbeeld, omdat het navigeren tijdens slecht zicht op twee verschillende schermen onwenselijk is.
Van de zijde van de binnenvaartorganisaties is er in de afgelopen jaren een tweede systeem ontwikkeld (AI-IP), waarmee via internet een soortgelijk systeem zou kunnen worden opgezet. Het voordeel van dit systeem zou zijn dat ook allerlei andere toepassingen aan boord via breedbandinternet eerder en sneller tot ontwikkeling zouden kunnen komen. Door het besluit van de Minister moeten deze zaken nu op eigen kracht worden gerealiseerd. Een ander voordeel was dat met AI-IP de privacy beter gewaarborgd zou zijn.
Het Ministerie van V&W heeft onderzoek gedaan naar beide systemen en kiest uiteindelijk voor AIS. In het kader van het convenant binnenvaart is afgesproken dat de binnenvaartorganisaties deze keuze respecteren. Maar de organisaties gaan er dan wel vanuit dat de overheid de kosten van de aanschaf en inbouw van AIS voor haar rekening zal nemen. Deze opstelling is redelijk omdat AIS de overheid in de toekomst flinke besparingen kan opleveren (minder inzet op verkeersposten) en omdat uit de Europese richtlijn ten behoeve van de invoering van RIS en AIS blijkt dat AIS primair een overheidsbelang is.
Inland AIS kan alleen maar goed en veilig functioneren wanneer alle schepen meedoen. In het convenant binnenvaart geeft de Staat aan dat zij een verplichting tot het aan boord hebben van AIS niet wil invoeren voor 2009. Dit geeft aan dat zo'n verplichting in de jaren daarna wel wordt overwogen. Vanuit Schuttevaer is met de leden afgesproken dat een verplichting tot AIS alleen zal worden gesteund, wanneer een ruime meerderheid van de schippers hier voor zou zijn. Voorts is afgesproken dat ook de problemen rond de privacy moeten worden opgelost. Schuttevaer zal daarom regelmatig peilen hoe de binnenvaart denkt over AIS. De organisaties hebben dus nog niet ingestemd met een verplichting.
In het convenant binnenvaart gaan de binnenvaartorganisaties er vanuit dat AIS op vrijwillige basis wordt ingevoerd en dat de privacyproblemen worden opgelost. De overheid heeft zich in het convenant bereid verklaard een nader te bepalen deel van kosten voor AIS voor rekening van het Rijk te laten komen. Hierover vinden nadere onderhandelingen plaats. De binnenvaartorganisaties hebben al laten weten dat zij ervan uitgaan dat er een 100% compensatie zal plaatsvinden. Een dergelijke operatie kost het Rijk (nogmaals) minimaal 10 miljoen euro.
Van het verdere verloop houden wij u op de hoogte.
