27 Mrt '06 -VROM en CBOB: Binnenvaart gebaat bij snelle vermindering zwavelgehalte brandstof
ROTTERDAM 28/3 persbericht Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB) - Met vermindering van het zwavelgehalte in de brandstof is nog een grote slag te slaan, erkende ir Hans van der Vlist in zijn toespraak tijdens de 85ste openbare jaarvergadering van de CBOB in Rotterdam.
De directeur-generaal Milieu van VROM, die staatsecretaris Van Geel verving wegens een buitenlandse conferentie, erkende de milieu-efficiëntie van de binnenvaart. Hij hield zijn gehoor echter wel voor met spoed in te zetten op nieuwe technieken om te voldoen aan toekomstige emissie-eisen. 'Brussel en Straatsburg (CCR) moeten met bronmaatregelen komen waar de sector zich op kan richten. VROM wil graag samenwerken met de binnenvaart en met subsidieregelingen investeringen in schone technieken en motoren versnellen', aldus Van der Vlist.
Ook dr Koos van den Berg, CBOB-voorzitter, had even daarvoor in zijn jaarrede al gewezen op het 20% hogere zwavelgehalte van de gasolie. Wanneer dat vermindert wordt tot hetzelfde niveau als in de huidige dieselolie voor vrachtwagens kan met eenvoudiger technieken de emissie drastisch worden beperkt. 'Ik ben niet technisch', zei Van den Berg, 'maar ik weet wel dat maatregelen aan de bron meer renderen dan achteraf het probleem oplossen.'
Milieuvriendelijker Het thema van de 85ste CBOB-jaarvergadering, 'Binnenvaart, kan het milieuvriendelijker!?', zowel vraag als statement, trok veel belangstelling van binnenvaartondernemers en relaties uit bedrijfsleven en overheid. In het forum, onder leiding van directeur Arjen Mintjes van de Maritieme Academie Harlingen, werd door een viertal deskundigen de mogelijkheid en noodzaak van een snelle emissievermindering onder de loep genomen.
Ir Nikos Dalpis van Emitech zette in op zwavelvermindering als eerste stap met het snelste resultaat, Wilie Verberck van FIWADO (brandstofleveranciers) ondersteunde hem daarbij. Verberck waarschuwde wel voor mogelijke schade aan de scheepsmotoren. Hij kondigde voor deze zomer een experiment aan met verlaging van het zwavelgehalte in scheepsbrandstof tot 50 ppm. Meerdere schippers zeiden daaraan mee te willen doen.
Dr Jan Duyzer van TNO-Milieu en Leefomgeving stelde 'De binnenvaart moet meer inzicht in eigen emissies krijgen’, omdat er teveel wordt geleund op het argument dat de binnenvaart per ton/km energiezuiniger is en de emissie navenant. Een voorsprong kan dan licht omslaan in achterstand.
Dr Hans Kraaij van het ministerie van V&W (DGTL, binnenvaart en vaarwegen) was duidelijk: 'De binnenvaart moet schoner en het mag wat kosten’. Maar hij stelde ook dat het nut van ‘milieuregels niet duidelijk genoeg is’.
Betuwelijnbeleid overheid ongeloofwaardig In zijn jaarrede, die Van den Berg traditiegetrouw aan het begin van de jaarvergadering hield, refereerde hij uiteraard aan de laatste ontwikkelingen rond de Betuwelijn. Nog afgezien van de weinig standvastige rol van de overheid, noemde de CBOB-voorzitter dit een blamage voor de voorstanders van aanleg - de Wormmeesters en Weltersen, die met grote woorden en beloften iedereen overtuigden dat aanleg rendabel zou zijn en noodzakelijk om het groeiende vervoer op te kunnen vangen.
Van den Berg toonde zich verontwaardigd. ´De binnenvaart heeft zich geheel op eigen kracht een sterke positie in het containervervoer verworven. Voor de binnenvaartondernemers die veel hebben geïnvesteerd en vernieuwingsdrang hebben getoond is het buitengewoon wrang dat zij te maken gaan krijgen met een gesubsidieerde concurrent.´
'Ik hou er niet van om achteraf mijn gelijk te halen', zei Van den Berg. 'Ik constateer wel dat de budgetten voor de binnenvaart mede door het spoorbeleid jarenlang kort zijn gehouden.' Hij vroeg zich af hoe de Tweede Kamer en de Europese Commissie hierop gaan reageren.
Amsterdams filmmuseum sta-in-de-weg voor veilige binnenvaart Voorzitter Van den Berg toonde zich bezorgd over het Amsterdams voornemen om aan de noordzijde van het IJ, ongeveer tegenover het Havengebouw, het nieuwe filmmuseum op een vooruitstekende landstrook te bouwen. ‘Realiseert Amsterdam zich dan niet dat dit precies in de zichtlijn ligt van binnenvaartschepen op een plaats waar het Binnen-IJ praktisch een haakse bocht maakt?’ Bovendien zal door de hoogte van het gebouw –20 meter - een dode hoek voor de radar ontstaan, waardoor tegemoetkomend scheepvaartverkeer niet of nauwelijks zichtbaar is, kleine objecten zeker niet.
Aan het IJ is tegelijkertijd op de plaats van de huidige Vlugthaven een groot kantoorgebouw gepland dat vanwege een aanvaringsscherm de vaarwegbreedte vermindert tot 190 m. Dat geeft onherroepelijk problemen met de huidige schaalgrootte van de schepen en het drukke scheepvaartverkeer - rondvaartboten, pontveren - ter plaatse. 'Onwenselijk', aldus Van den Berg, 'maar eigenlijk kan ik me niet voorstellen dat Amsterdam de nautische veiligheid op zo’n cruciaal punt in de vaarweg aan de inrichting van de IJ-oevers op zou willen offeren.'
Schippersinternaten Van den Berg ging ook in op het voorstel van staatsecretaris Ross om kinderen uit de jeugdzorg op schippersinternaten te plaatsen. 'Geen goed plan', vond Van den Berg. 'ik kan mij levendig voorstellen dat ook oudergroepen hier sterk tegen hebben geprotesteerd. Het gaat mij niet om die zorgkinderen, dat is triest genoeg. Maar ik vind dit een onzalig plan. 'Schippersinternaten zijn bedoeld als gezinsvervangende instellingen voor een specifieke beroepsgroep. Onze kinderen worden daar vrijwillig geplaatst vanuit een normale gezinssituatie, op het moment dat de leerplicht voor hen gaat gelden. Bij pleegzorg gaat het duidelijk om een andere situatie.'
De Inspectie Jeugdzorg heeft in een reactie (Reformatorisch Dagblad 22/3) weinig heel gelaten van het voorstel: het zijn andere kinderen, andere ouders, het dient een ander doel en vraagt een andere -specialistische- deskundigheid. 'Wanneer de combinatie van jeugdzorg en schippersinternaten toch doorgezet wordt', waarschuwt Van den Berg, 'kan dit wellicht versnelde afkalving van de internaten tot gevolg hebben. Daar is niemand bij gebaat. Uiterste terughoudendheid is geboden.'
