12 Mei '05 -Schuttevaer-voorzitter: 'Peijs wedt op het verkeerde paard'
WERKENDAM 12/5 - 'Soms vraag ik mij af of bestuurders die het 'modal
shift' beleid als afgedaan beschouwen, nog wel eens buiten komen of in
de file staan', zei scheidend Schuttevaer-voorzitter dr Jan Terlouw
vanmiddag in zijn laatste jaarrede
voor het 156ste Schuttevaer-congres in Werkendam. Hij sprak zijn
teleurstelling uit over het beleid van minister Peijs van Verkeer en
Waterstaat. 'De minister lijkt te wedden op het verkeerde paard als zij
wacht tot wegvervoerlading door een kilometerheffing als vanzelf naar
de binnenvaart zal toevloeien.'
'Er is een goed programma voor het wegwerken van achterstallig
onderhoud, maar het duurt tot 2010 voordat de problemen zijn opgelost
en dat is veel te lang', stelde Terlouw. Voor preventief onderhoud aan
belangrijke sluizen op de Maas en op de Brabantse kanalen is op korte
termijn geen geld. Volgens de Schuttevaer-voorzitter ontbreekt het Peijs aan ambitie om
meer van het vervoerbeleid te maken en om de vaarwegen veel beter te
gaan benutten.
Ondernemingskracht
'Ik sta nog steeds versteld van het enthousiasme en de
ondernemingskracht in de binnenvaart', zei Terlouw vol bewondering in
zijn jaarrede. 'Nergens ter wereld komt binnenvaart voor op een schaal
als in Nederland en nergens is er een moderne en een meer innovatieve
vloot dan de onze. De totale capaciteit onder Nederlandse vlag op de
binnenwateren is zelfs groter dan die op zee. Daar mogen we trots op
zijn.'
Maar Terlouw sprak ook zijn zorg uit: 'De voorgaande jaren heb ik in
mijn jaarrede meer dan eens gewaarschuwd voor het blindelings
vertrouwen in de opgaande markt door ongebreidelde nieuwbouw van
binnenschepen. En nog steeds lopen wekelijks nieuwe schepen van stapel.
Het kan niet op, zo lijkt het, maar dat is een misrekening.' De
Schuttevaer-voorzitter zei dat sommige segmenten in de markt voor het
eerst sinds jaren hebben gemerkt dat er een einde is aan de groei van
ladingsttromen. 'Het zou goed zijn als de binnenvaartmarkt nu tot rust
zou komen en een zeker evenwicht in vraag en aanbod van lading en
scheepsruimte gedurende enige tijd zou kunnen handhaven.'
In dat verband constateerde Terlouw met genoegen dat sommige banken
instrumenten ontwikkelen om de binnenvaartondernemer terzijde te staan
bij het beoordelen van investeringen. 'Het is nog maar het begin en het
is laat, maar het is bemoedigend.'
Niet vanzelfsprekend
Hij waarschuwde de Schuttevaerders op het passagiersschip River Dream
in de Werkendamse Biesboschhaven voor V&W-minister Peijs, die een
warm hart heeft voor de binnenvaart maar het afgelopen jaar volgens
Terlouw meerdere malen liet blijken dat de binnenvaart niet als
vanzelfsprekend op haar steun, en steun uit Den Haag, moet rekenen. 'Zo
verklaarde zij onlangs nog dat de binnenvaart er vooral niet van uit
moet gaan dat zij de schoonste vervoerstak is. Ook in onze sector kan
nog veel worden gedaan aan het terugdringen van de uitstoot van
vervuilende stoffen. Bij dat laatste heeft de minister ongetwijfeld
gelijk, maar ik maak wel bezwaar tegen de beeldvorming waarbij de
uitstoot van zee- en binnenvaart op één hoop wordt geveegd, en dat
gebeurt', zei Terlouw.
Uitstootnormen
Hij plaatste ook kanttekeningen bij opmerkingen die van verschillende
zijden het beeld voeden als zou het wegvervoer zichzelf strenge
uitstootnormen opleggen terwijl de binnenvaart niets doet. 'Dat is
bezijden de waarheid. De binnenvaart zal in de toekomst aan dezelfde
normen voldoen als de andere transporttakken. Het zal misschien wat
langer duren, omdat onze sector nu eenmaal duurzaam met haar
bedrijfsmiddelen omgaat, maar het eindresultaat is hetzelfde. Schone
motoren. Ze komen immers allemaal uit dezelfde fabrieken.'
Terlouw prees de inzameling van scheepsafvalstoffen door de SAB als
voorbeeld hoe in de binnenvaart wordt omgegaan met emissies. En hij
daagde de overheid uit te komen met soortgelijke stimuleringsregelingen
als in het wegvervoer. 'Dan zal ook de binnenvaart overstappen op
katalysatoren en retrofit-filters. Demonstratieprojecten op dit gebied
zijn zeer hoopgevend. Maar de grootste uitdaging en de grootste
opbrengst ligt in het schoner maken van de brandstoffen.' Terlouw zei
er niet aan de twijfelen dat ook binnenvaartondernemers hun steentje
zulllen bijdragen aan behoud van het schone imago. 'Maar dan wel op
grond van juiste uitgangspunten en feiten.'
Uit de mond van minister Peijs zou de Schuttevaer-voorzitter graag
horen dat de binnenvaart slechts voor 5% van de huidige CO2-uitstoot
verantwoordelijk is, terwijl wegvervoer 88% bijdraagt. 'Dat is dus niet
enorm, zoals de minister onlangs stelde, maar minimaal. Daarnaast staat
als een paal boven water dat vervoer over water ook in de toekomst het
meest energievriendelijk zal blijven, omdat een ton lading met een
bepaalde hoeveelheid brandstof driemaal verder over water dan over de
weg kan worden getransporteerd. Daar kan geen truck of trein tegenop,
en zelfs geen minister kan er omheen. Waarom horen we dat dan niet
meer?'
Modal shift
Ook in het vervoerbeleid geeft Peijs de binnenvaart niet meer als
vanzelfsprekend een duwtje in de rug, volgens Terlouw. 'Tot onze spijt
is geheel onnodig het 'modal shift' beleid uit het verleden verlaten.
Onder vorige kabinetten stond dit voor het stimuleren van verladers om
over te stappen van weg naar water en spoor. Volgens de minister, die
als Europarlementariër in Brussel hier nog een warm voorstander van
was, is dit beleid in Nederland mislukt en daarom niet meer nodig.
Wellicht klopt dat voor het spoor, maar in de binnenvaart is
aantoonbaar sinds 1990 meer dan 10 miljoen ton extra van
wegvervoer naar binnenvaart overgegaan. Nota bene vooral door
subsidieregelingen van de minister zelf.'
Terlouw stelde zichzelf de vraag of de minister dan niets goed doet...
'Jawel, de minister heeft een goed beleid ontwikkeld om de
beschikbaarheid van de vaarwegen te garanderen en stremmingen te
voorkomen. Minister Peijs heeft ruimte gemaakt om beter om te gaan met
het bedienen van vaarwegen en er is veel meer aandacht voor de
vaarweggebruikers en de verladers. Zo zult u steeds vaker gaan zien dat
ook bij vaarwegen bij werkzaamheden op de minst drukke momenten worden
gestremd en dat Rijkswaterstaat gaat luisteren naar wat u als
gebruikers wilt. Dat is winst. Ook is er een goed programma voor het
wegwerken van achterstallig onderhoud, zij het dat het veel te lang
duurt voordat de resultaten zichtbaar zullen worden. Want op korte
termijn is er nog steeds geen geld voor preventief onderhoud aan de
Maas, de Geldersche IJssel en de Brabantse Kanalen.'
Ondanks alle goede voornemens van Peijs noemt Terlouw het op orde
brengen van het onderhoud 'geen bijzondere verdienste maar een
vanzelfsprekendheid'.
'Net zo goed als adequate bedieningstijden en het voorkomen van
stremmingen, hoort het naar mijn oordeel tot de normale basisactiviteit
die we minimaal van de overheid mogen verwachten. Waar is de ambitie om
er iets van te maken? Waar is het beleid om Nederland beter en
leefbaarder te maken? Ook zit het ons dwars dat bij het Paasakkoord zo
gemakkelijk geld voor infrastructuur (dat op bepaalde plaatsen zo
broodnodig is) zonder tegenstand naar een andere bestemming (die
overigens niet minder belangrijk is) kon worden overgeheveld.'
Wilhelminakanaal
Maar het grootst was volgens voorzitter Terlouw de teleurstelling bij
Koninklijke Schuttevaer toen minister Peijs in de Tweede Kamer
achteloos voorstelde om financiële middelen -40 miljoen euro- bestemd
voor verruiming van het Wilhelminakanaal in Brabant, over te hevelen
naar een rijksweg rond Tilburg. Terlouw: 'In plaats van oog te hebben
voor het regionale belang van 12 bedrijven in Tilburg die over water
aanvoeren en de kans om nieuwe ladingstromen over water aan te werven,
liet men de oren hangen naar een volstrekt onvoldoende onderbouwde
uitspraak van het Centraal Planbureau dat de investering niet rendabel
zou zijn.'
Hij nodigde het CPB uit voor een werkbezoek aan de binnenvaart. 'Ook
minister Zalm is van harte welkom. Wij hopen dat de gemeente Tilburg
niet zal zwichten voor de druk uit Den Haag en dat de Tweede Kamer de
minister zal houden aan de breed door de Kamer aangenomen motie die het
kabinet aanspoort om snel met deze verruiming te beginnen.'