31 Mrt '05 -NMa: geen boete na vrachtprijsadviezen
DEN HAAG 31/3 - De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ziet na
wederhoor af van
het opleggen van boetes aan drie brancheverenigingen waarvan de leden
actief zijn in het vervoer van zeecontainers over de weg.
De
verladersorganisatie EVO billijkt de uitspraak van de NMa,
maar vindt
het onbegrijpelijk dat de overheid uitspraken doet over het
doorberekenen van extra kosten: 'Het is aan de markt om afspraken te
maken over prijsveranderingen, niet aan het rijk.' Transport en
Logistiek Nederland (TLN), één van de drie organisaties die het met de
NMa aan de stok kregen, vindt dat de Mededingingswet moet worden
aangepast.
VAART!, uitgever van
VAART!Vrachtindicator, roept de brancheorganisaties in de binnenvaart
op tot het ontwikkelen van een binnenvaartbrede gasolieclausule. 'De
NMa-uitspraak biedt die opening', meent Dirk van der Meulen van
VAART!Info. 'Teveel wordt de sterk gestegen gasolieprijs als
onderhandelbaar gezien, terwijl het gewoon kosten zijn die moeten
worden doorberekend aan de opdrachtgever.'
In februari betaalden
binnenvaartondernemers volgens meldingen aan VAART!Vrachtindicator
gemiddeld € 285,30 voor een kub gasolie, op 31 maart was de gemiddelde
prijs gestegen naar € 324,80, oftewel 63,6% boven het niveau van 1
januari 2004. Gasolietoeslagen zijn niet standaard in de
binnenvaart, maar de wens is sterk aanwezig zo bleek vorig jaar
september in een VAART!Peiling onder 261 binnenvaarders. Toen sprak 77% zich uit vóór een standaard gasolieclausule. In België bestaat die al wel.
Prijsadviezen
In 2003 maakte de NMa na onderzoek rapport op tegen Transport en
Logistiek Nederland (TLN), de Alliantie Zeecontainervervoerders (AZ) en
de Vereniging van Zeecontainervervoerders (VZV) wegens een vermoeden
van het geven van prijsadviezen aan de leden. De vermeende
prijsadviezen hadden betrekking op het doorberekenen van algemene
jaarlijkse kostenontwikkelingen, de fluctuaties in de brandstofprijs en
de kosten van de voorgenomen Duitse tolheffing. Prijsadviezen door
brancheverenigingen zijn verboden omdat ze worden gezien als een vorm
van prijsafspraken tussen de leden waardoor de onderlinge concurrentie
wordt beperkt.
Overtreding
De brancheverenigingen zijn in overtreding met hun advies aan de leden
om fluctuaties in de brandstofprijs en de Duitse tolheffing door te
berekenen aan hun klanten. De NMa beboet deze overtreding niet omdat de
Nederlandse overheid zich herhaaldelijk en duidelijk heeft uitgesproken
over de wenselijkheid om de gestegen brandstofprijs en tolheffingen
volledig door te berekenen. De realisatie van deze doorberekeningen
heeft de overheid overgelaten aan het bedrijfsleven. De betrokken
verenigingen hebben vervolgens hun leden in alle openheid geadviseerd
en hiervoor modelclausules en tabellen aan hun leden beschikbaar
gesteld.
Nadat bleek dat de NMa hiertegen bedenkingen had, hebben de
verenigingen deze advisering onmiddellijk beëindigd. In verband met de
specifieke omstandigheden in deze zaak ziet de NMa af van het opleggen
van boetes voor deze overtredingen.
Legitieme taak
De NMa concludeert dat er geen sprake is van een overtreding van de
mededingingsregels voor het verstrekken van jaarlijkse informatie over
kostenontwikkelingen. Het geven van dergelijke informatie aan de leden
is een legitieme taak van een branchevereniging, aldus de NMa. Wel
moeten brancheverenigingen hun leden erop wijzen dat zij hun
commerciële gedrag, waaronder hun prijzen, onafhankelijk van elkaar
bepalen en daarbij hun individuele kostenstructuur als uitgangspunt
nemen. De verstrekte informatie betrof objectieve en algemeen
toegankelijke gegevens die geen eigen interpretaties van de
brancheverenigingen bevatten. Daarom merkt de NMa deze informatie niet
aan als een verboden prijsadvies dat de concurrentie beperkt.
Te veel concurrentie
Algemeen voorzitter Mich van der Harst van TLN zegt in het Rotterdams Dagblad: ,,De conclusie kan niet anders
zijn dan dat de overheid volstrekt tegengestelde beleidsopvattingen
hanteert. Voor het bedrijfsleven is het onmogelijk om daarmee om te
gaan. Het is de taak van de NMa om te waken voor situaties met te
weinig concurrentie. Het is wonderlijk dat de Mededingingswet kennelijk
geen uitzonderingen kent voor marktsituaties met te veel concurrentie,
waarin overheid en bedrijfsleven samen trachten de sectorstructuur te
versterken.''
TLN betreurt het feit dat het onderzoek twee jaar heeft
geduurd en dat de sector vooral bij aanvang van het onderzoek onnodige
imagoschade heeft geleden.
Onbegrijpelijk van overheid
De verladersorganisatie EVO is boos, niet op de NMa, maar op de
overheid die vervoerders adviseert extra kosten door te berekenen. 'De
NMa erkent dat brancheorganisaties in de transportsector geen
prijsadviezen behoren te geven. Terecht', zegt EVO-woordvoerder Mark Jansen in een reactie.
'Pas echt onbegrijpelijk is het dat de overheid uitspraken doet over
het doorberekenen van extra kosten. Het is aan de markt om afspraken te
maken over prijsveranderingen, niet aan het rijk.'
'Het blindelings doorbelasten van kosten zorgt er bovendien voor dat
transportbedrijven en verladers niet samen op zoek gaan naar
mogelijkheden om efficienter te vervoeren', stelt de EVO. 'Terwijl
juist dat goed is voor de Nederlandse economie, en voor het milieu. Ook
om die reden is het onbegrijpelijk dat de overheid zich in de discussie
tussen marktpartijen mengt.'