25 Nov '04 -Schepen met bietenpulp vast in Heilbronn en Worms
HEILBRONN/WORMS 2/12 update - Tenminste twee schepen geladen met Duitse
bietenpulppellets kunnen hun lading
in Nederland niet kwijt en liggen voorlopig vast in Heilbronn en Worms.
Nederlandse veevoerproducenten aangesloten bij TrusQ hebben twee
leveranciers de
wacht aangezegd: Südsucker en Pfeiffer und Langen. De pulp blijkt
verontreinigd met botdeeltjes. In een protocol heeft het Productschap
Diervoerder bepaald dat schepen met pulp niet gelost worden voordat na
monster-analyse is vastgesteld dat de lading schoon is.
Europese regels verbieden dierlijke eiwitten in diervoer. De
pulpverontreiniging werd 5 november in Ierland ontdekt, het
Productschap Diervoeder heeft 8 november een bericht volgens het Early
Warning System (EWS) uit laten gaan, en 22 november besloot het
Nederlands diervoederbedrijfsleven tot een aangescherpte
ingangscontrole. Het is de eerste keer dat het
borgingssysteem voor alarm zorgt, meldt het blad Oogst. 'Gebleken is dat de Duitse autoriteiten van de deelstaten Hessen,
Rijnland-Pfalz en Bayern de aflevering van suikerbietenpellets alleen
onder bepaalde voorwaarden nog door laten gaan. Er mag uitsluitend
vanuit de dagproductie geteste en in orde bevonden partijen afleverd
worden', stelt het Productschap.
Het EWS-bericht voorkwam overigens niet dat een Nederlands binnenschip
op 12 november in Heilbronn met bietenpulppellets werd geladen. De reis
was aangenomen van een GMP-gecertificeerde bevrachter. Volgens
de schipper kwam de verontreiniging pas aan het licht bij bemonstering
van de lading aan boord. Hij ligt nu in overliggeld (Duits wettelijk
1994) en heeft rechtsbijstand ingeroepen. Een ander schip ligt geladen
met bietenpulppellets voor een lager overliggeld op de laadplaats in
Worms.
Het is volgens Johan Overmeer, één van de Nederlandse
tussenbevrachters van deze lading, nog niet duidelijk of de schepen
recht hebben op liggeld wettelijk '94. 'Het zou kunnen dat bedrijven
vinden dat sprake is van een calamiteit of een uitzonderlijke situatie
en zich beroepen op force majeure, waardoor ze niet hoeven te betalen
en het als ondernemersrisico voor de schipper wordt beschouwd. Elk
bedrijf kan de situatie anders interpreteren.' Weekblad Schuttevaer, 3-12-04: 'Weken opgescheept met vervuilde bietenpulp'
Vijf locaties
De bietenpulp
is afkomstig van zes verschillende locaties. Het Productschap
Diervoeder heeft inmiddels de namen van de leveranciers bekendgemaakt, waar
GMP+-gecertificeerde bedrijven voorlopig geen bietenpulp van kunnen
afnemen. Het gaat om vestigingen van Südsucker in Gross Gerau,
Offstein, Ochsenfurt, Offenau en van Pfeiffer und Langen in Könnern en Elsdorf. In een aangescherpt 'Protocol monitoring bietenpulp GMP regeling diervoedersector'
heeft het Productschap voor drie mogelijke logistieke situaties de
volgende eisen gesteld voor wat betreft de bemonstering van Duitse
bietenpulp:
Er zijn drie logistieke situaties:
Transport met lichter / binnenvaartschip naar eindontvanger
Transport met lichter binnenvaartschip van productielocatie
naar tussenopslag, van waaruit afgeleverd wordt met vrachtauto naar
eindontvanger
Transport met vrachtauto rechtstreeks uit quarantaine op de productielocatie naar eindontvanger
Ad 1.
Bij transport met een lichter/binnenvaartschip worden door zowel producent/leverancier als de
eerste koper van elke lichter bij verlading door ieder van hen een afzonderlijk representatieve
monster genomen (dus totaal 2). Deze lichter/binnenvaartschip wordt niet gelost voordat de
analyse-uitslag bekend is en negatief is bevonden.
Ad 2.
Voor transport met een lichter/binnenvaartschip naar een tussenopslag geldt dat door zowel de
producent / leverancier als de eerste koper twee afzonderlijke representatieve monsters van
de lichter/binnenvaartschip bij belading analoog aan de situatie ad a. genomen moeten wor-den.
Het is eerst toegestaan de goederen in tussenopslag te nemen indien de analyse-uitslagen
van beide monsters negatief zijn. Deze tussenopslaglocatie moet zodanig zijn inge-richt
dat de geloste partijen identificeerbaar zijn.
Ad 3.
Voor transport per vrachtauto rechtstreeks uit quarantaine op de productielocatie naar eindgebruiker
geldt dat pas geladen kan worden, nadat door producent / leverancier en eerste koper
twee afzonderlijke representatieve monsters per identificeerbare partij zijn genomen die op de
productielocatie in quarantaine is gehouden en waarvan de uitslag negatief is.
TrusQ zoekt samen met de producenten naar de bron van de vervuiling.
Woordvoerder Guus Knoops zegt in Oogst dat meststoffen op de akker mogelijk de
bron van de verontreiniging zijn.
TrusQ is eind vorig jaar in gebruik genomen door ABCTA, Agrifirm,
Cehave, De Heus Brokking Koudijs, Hendrix UTD en Rijnvallei. De zes
productenten zijn goed voor 60 procent van de Nederlandse markt.