ROTTERDAM 1/4 - 'Vrijheid in gebondenheid hoeft voor zelfstandige ondernemers geen bedreiging te zijn, maar is eerder een uitdaging waarvan men zelf de vruchten plukt. Immers, daarmee wordt door de ondernemers een tegenkracht opgebouwd tegen de macht van verladers en toeleveranciers. Hiermee kan het verstoorde machtsevenwicht in de binnenvaartsector, na de liberalisering van de jaren negentig, weer hersteld worden.'
Dat zei drs Hans Megens, de nieuwe voorzitter van Kantoor Binnenvaart
(KB), maandag in de CBOB-jaarvergadering in Rotterdam. Hij hield een
indringend betoog over de aantrekkelijkheid van de binnenvaart, het
winstpotentieel en de kracht van de binnenvaartsector als bedrijfstak
en vooral hoe die zijn te vergroten. 'Geen pleidooi voor eenheidsworst,
maar wel voor meer eendracht in de sector.' Megens kondigde aan dat
Kantoor Binnenvaart onderzoek laat doen naar de bedrijfstak door de
Erasmus Universiteit, zoals dat eerder ook al werd gedaan voor een
andere beeldbepalende bedrijfstak in Nederland, de tuinbouwsector.
Drijvende krachten
Megens onderscheidt globaal een vijftal drijvende krachten die het
winstpotentieel in de bedrijfstak bepalen, geheel volgens het
vijfkrachtenmodel ('Competitive Forces Model') van de econoom Michael
Porter. Bepalend voor de winstgevendheid van de binnenvaart zijn
volgens hem de macht van de toeleveranciers, de macht van afnemers
ofwel verladers, de bedreiging door substituut-mogelijkheden voor het
vervoer ofwel andere vervoersmodaliteiten, de dreiging van nieuwe
toetreders tot de markt en de interne concurrentie, en de onderlinge
concurrentie tussen de vervoerders zelf.
De KB-voorzitter, die ook voorzitter is van de raad van commissarissen
bij samenwerkingsverband NPRC, benadrukte 'de noodzaak tot meer
samenwerking in een sector die ons na aan het hart ligt en waar u uw
brood in verdient of op enigerlei wijze bij betrokken bent'.