|
|||||||
|
De informatie op deze pagina wordt u aangeboden De stabiliteitsrisico’s van binnenschepen en drijvende werktuigenUitgebracht op 3 september 2004
Dit is een veel gehoorde slogan die tot doel heeft het transport over de rivieren, kanalen en ruime binnenwateren te bevorderen. Deze wens wordt mede ingegeven door het feit dat het wegverkeer in toenemende mate kampt met verstopte wegen en bijbehorende kosten-verhoging. De binnenvaart zal daarom in de toekomst naar verwachting alleen maar een steeds prominentere rol in het transport van goederen kunnen spelen. Ook de relatief grotere veiligheidsrisico’s van het transport over de weg spelen hierbij een belangrijke rol. In de binnenvaart speelt een aantal van deze problemen niet of nauwelijks, waardoor er nog steeds ruimte bestaat voor het vergroten van de rol van het vervoer over water. Daarbij komt dat deze transportvorm door de jaren heen, een veilige en energievriendelijke wijze van transport is gebleken, waarmee grote hoeveelheden lading kunnen worden vervoerd. Op vele fronten werden en worden dan ook initiatieven ontwikkeld om dit transport over water te stimuleren. Dit gebeurt onder meer door het verder terugdringen van de uitstoot van schade-lijke gassen en het verminderen van het brandstofgebruik, maar eveneens door middel van kostenreductie door schaalvergroting. In absolute termen gaat het in de binnenvaart in vergelijking tot het wegtransport over geringe aantallen vervoermiddelen. De ladingcapaciteit van een hedendaags binnenschip echter vertegenwoordigt al gemakkelijk die van vele tientallen vracht- en tankauto’s. Thans varen er zelfs moderne containerschepen waarmee maar liefst 500 containers tegelijk getransporteerd worden en tankschepen die bijna evenveel lading vervoeren als 400 tankauto’s. Ook op het gebied van technische innovatie vinden belangrijke ontwikkelingen plaats. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de ontwikkeling van nieuwe en geavanceerde voortstuwingssystemen en aan het doorontwikkelen van bepaalde scheepstypes. Ongeacht de technische innovaties zou, voorafgaand aan de ingebruikstelling, de overheid van de eigenaar de details ter goedkeuring voorgelegd dienen te krijgen. (Zie aanbeveling RvTV-rapport Onderzoek naar veiligheidsaspecten van hefbare stuurhuizen in de binnenvaart, november 2001). Bij al deze nieuwe ontwikkelingen zijn er raakvlakken met bestaande wet- en regelgeving. In veel gevallen hinderen deze de innovatie niet. De terugtredende overheid laat zelfs toe dat die innovatieruimte zoveel mogelijk wordt benut. Daarbij wordt er wel vanuit gegaan dat men in de praktijk op verantwoorde wijze weet om te gaan met de risico’s die met het gebruik van de schepen verbonden zijn. Dat wil zeggen dat al in de ontwerpfase duidelijk moet zijn wat de veilige en onveilige gebruiksaspecten zijn van het ontwerp. In de eindfase van het product dienen deze operationele risico’s ook bij de gebruiker genoegzaam bekend te zijn. Dat dit niet altijd het geval is, blijkt uit het feit dat de Raad voor de Transportveiligheid sedert de oprichting in 1999 geconfronteerd is met een reeks ongevallen waarbij de inherente (in)stabiliteit van het schip, dan wel de omgang van de bemanning met stabiliteit een belangrijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het ongeval. Uit de ongevalstatistieken en het eigen ongevallenonderzoek bleek namelijk dat in een aanzienlijk aantal gevallen de stabiliteit van het object (schip, ponton) onvoldoende was, dan wel onvoldoende werd, door onjuiste omgang met het schip. Doordat binnenschepen in het algemeen grote hoeveelheden uiteenlopende lading kunnen vervoeren, vertegenwoordigen deze ongevallen naast de econo-mische risico’s eveneens potentiële gevaren voor mens en milieu. De Raad heeft in het laatste kwartaal van 2000 de Kamer Scheepvaart dan ook de opdracht gegeven te onderzoeken hoe het met de stabiliteit van binnenschepen in algemene zin gesteld is en na te gaan of er sprake is van een structureel veiligheidsrisico. Bij de keuze van scheepsstabiliteit als onderwerp voor het thematisch onderzoek is het vrijwel onvermijdelijk dat niet alle aspecten die een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de diverse ongevallen, ook afzonderlijk en/of uitgebreid in het rapport aan bod komen. Dat is ook niet altijd nodig voor een beter begrip van het centrale thema. Hiermee wordt echter geenszins uitgesloten dat de overige aspecten die thans niet of slechts summier in het rapport beschreven worden, in latere publicaties wel nadrukkelijk de aandacht krijgen, dan wel dat ze in een ander onderzoek (hoofd)onderwerp van rapportage worden. Op grond van het onderzoek is een viertal aanbevelingen geformuleerd. Deze zijn:
(1,2 Mb)
|