DEN HAAG 21/9 - Verder werken aan het onderhoud en een gerichte aanpak van de files.
Dat is de boodschap van de begroting van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat voor 2005.
Voor onderhoud van de wegen is 668 miljoen euro
beschikbaar, voor de spoorwegen 821 miljoen en voor de vaarwegen ruim
400 miljoen.
‘De lijnen voor deze
plannen zijn vorig jaar reeds uitgezet. De begroting 2005 staat in het
teken van uitvoering op de korte termijn. Je kunt niet elk jaar een
hele nieuwe richting inslaan, want dan gaat er nooit meer een schop de
grond in’, zo stelt minister Karla Peijs. Kortom: ‘Houwen voor bouwen’, ‘Nederland in beweging brengen’ en ‘Nederland in beweging houden’.
Over enkele weken presenteert het ministerie de nota
Mobiliteit die volgend jaar als wetsvoorstel wordt ingediend.
Vaarwegen
Naar verwachting komen of zijn de volgende projecten in 2005 gereed:
De 1e fase van de verdieping van de vaargeulen in het Ketelmeer;
De verbreding van de toegang naar de Beatrixsluis in het Lekkanaal;
De renovatie van de Noordzeesluizen;
De landschappelijke inpassing van de 2e sluis te Lith;
De vernieuwing van 2 sluizen in de Zuid-Willemsvaart;
De verbetering van de voorhavens en wachtplaatsen in de Maas bij
Born en Maasbracht als onderdeel van de eerste fase van het project
modernisering Maasroute.
Ten opzichte van de begroting 2004 zijn bij de projecten de volgende mutaties te melden:
Het project vaargeul Ketelmeer is vertraagd naar 2005 in verband met vergunningenproblematiek;
De start van het verbetering project Twentekanalen is vertraagd
doordat er sprake zou zijn van de aanwezigheid van onontplofte munitie.
Dit is inmiddels opgelost, maar de oplevering verschuift hierdoor naar
2007. Dit project wordt gecombineerd met de aanleg van Rijksweg 35.
Zand uit de verdieping van het kanaal wordt gebruikt voor de aanleg van
de RW 35.
Beheer en onderhoud Rijksvaarwegen Voor de transportfunctie worden in de begrotingsperiode onder
andere de vaargeulen in de Noordzee voor de bereikbaarheid van
Europoort en het Noordzeekanaalgebied op diepte gebracht en gehouden.
Voor de Hoofdtransportassen geldt een preventief onderhoudsregime. Dit
preventief onderhoudsregime heeft betrekking op de toegankelijkheid
grote zeehavens Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen en voor de
toegankelijkheid van Amsterdam en Rotterdam naar Duitsland en Rotterdam
naar Antwerpen voor de binnenvaart.
Bij de andere vaarwegen, de Hoofdvaarwegen (zoals de Maas en
Amsterdam-Lemmer) en de overige vaarwegen (zoals de Brabantse en
Limburgse kanalen) wordt in de begrotingsperiode correctief onderhoud
toegepast. Dit houdt in dat pas herstelwerkzaamheden worden gepleegd
wanneer er zich een calamiteit heeft voorgedaan.
Bijzonderheden over lopende en toekomstige projecten: MIT/SNIP Projectenboek
Het
Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) is een inhoudelijk
samenhangend en tot en met 2010 financieel gedekt programma voor de aanleg-
en benuttingsprojecten op het gebied van droge en natte infrastructuur.
In het Projectenboek, dat sinds 2000 als verdiepingsbijlage bij het Infrastructuurfonds
wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, is de actuele stand van zaken rond
de verschillende infrastructuurprojecten weergegeven.
River Information Services In het kader van de te ontwikkelen Europese River Information
Services (RIS) wordt de betreffende EU-richtlijn geďmplementeerd. Dit
houdt ondermeer in dat er door de overheid basismateriaal beschikbaar
gesteld wordt voor het maken van elektronische kaarten, waarin alle
relevante informatie voor het plannen van scheepsreizen opgenomen kan
worden. Daarnaast worden faciliteiten ontwikkeld voor
gegevensuitwisseling tussen wal en schip, voor tracking en tracing en
verkeersafwikkeling.
Mede in het kader van RIS wordt de bestaande DGPS (Differential Global
Positioning System) dekking in de periode 2003–2005 geoptimaliseerd en
uitgebreid naar de binnenwateren.
Aan Koninklijke Schuttevaer wordt een bijdrage verstrekt voor de
bijdrage aan kennis vanuit de binnenvaartbranche op het terrein van de
nautische regelgeving en natte infrastructuur. De subsidie bedraagt in
2005, evenals in 2004, € 68 000.
Betere marktwerking en markttoegang
Voor de binnenvaart geldt dat binnen de EU reeds sprake is van vrije markttoegang
en marktwerking. Aandacht zal worden besteed aan het bevorderen van de harmonisatie
van binnenvaartwet- en regelgeving op Pan-Europese schaal als vervolg op de
Pan-Europese Binnenvaartconferentie van 2001, verbetering van de infrastructuur
en het verbeteren van de samenwerking tussen de Rijnvaartcommissie (CCR),
de Europese Commissie en de Donaucommissie. Aandachtspunt is hierbij de geplande
toetreding van enkele Donaulanden tot de EU in respectievelijk 2004 (Hongarije,
Polen,Tsjechië en Slowakije) en in 2007 (Bulgarije en Roemenië).
In 2006 heeft de follow-up van de binnenvaartconferentie van 2001 plaats.
Gezonde vervoerssectoren
Met het beleid wordt beoogd de vervoerssectoren in staat te stellen
economisch gezond te opereren. Dit wordt bereikt door het bevorderen
van een adequate kennisinfrastructuur en een goed vestigingsklimaat in
het belang van producenten en consumenten.
Economisch gezonde vervoerssectoren zijn een voorwaarde voor een goed
functionerend goederenvervoersysteem. Gezonde vervoerssectoren leveren
toegevoegde waarde voor de nationale economie en bieden meer
perspectief op draagvlak en financiële mogelijkheden voor invoering van
innovaties op het gebied van milieu en veiligheid.
Voor de binnenvaart ligt het accent ondermeer op het stellen van
voorwaarden aan de werving van nieuw personeel door de bedrijfstak in
nationaal en Europees verband en het stellen van kwaliteitseisen aan de
opleidingsinstellingen. Voorts wordt de innovatie in de sector
bevorderd.
Stil en schoon vervoer
In geval van normstelling is het beroep op overheidsbudgetten beperkt,
omdat de investeringskosten gedragen worden door de partijen die aan de
normen moeten voldoen. Normstellingen zijn zeer urgent en effectief.
Het bevorderen van innovatie, al dan niet door het beschikbaar stellen
van subsidies, is een instrument dat goed toepasbaar is. Proefprojecten
zijn bij uitstek geschikt om veranderkracht te mobiliseren.
Daarom zal in 2005 in het kader van reductie NO x , SO 2 en CO 2 uitstoot aandacht besteed worden aan:
In samenwerking met het ministerie van VROM stimuleert V&W de
versnelde vervanging en Retrofit van scheepsdieselmotoren in de
binnenvaart. Als onderdeel van die stimulering wordt een
subsidieregeling uitgewerkt, die thans ter goedkeuring voorligt aan de
EU;
Onderzoek naar de haalbaarheid van verdere emissienormering in de binnenvaart;
Oplossen van problemen rond de uitvoering van het scheepsafvalstoffenverdrag binnenvaart;
Ratificatie en implementatie van Marpol Annex VI en de herziene
EU-Richtlijn 99/32 met betrekking tot het zwavelgehalte van
scheepsbrandstoffen;
Op het gebied van emissies naar de lucht (NO x , SO 2 ) wordt
ingezet op verdere verkleining van de kloof van de emissienormering
voor het zeevervoer met de emissienormering voor het wegvervoer;
Onderzoek naar maatregelen ter vermindering van de uitstoot van
vluchtige organische stoffen door ontgassing van tankschepen in de
binnenvaart;
de «Guidelines on ship recycling»van de International Maritime
Organisation zullen in samenwerking met de Koninklijke Vereniging van
Nederlandse Reders, onder de aandacht worden gebracht van de
Nederlandse reders.
Binnenvaartinnovatie
Innovatie in de binnenvaart wordt via diverse sporen nagestreefd.
Hierbij moet worden aangetekend dat het initiatief voor innovaties in
de binnenvaart in beginsel bij de sector ligt. Daar waar innovaties een
bijdrage leveren aan onze beleidsdoelstellingen of wanneer een groot
maatschappelijk belang is gediend bij bepaalde innovaties en de markt
zelf geen initiatief neemt, stelt de overheid zich op als initiator en
eventueel als financier. Zo worden in de periode 2004 – 2006 door het
Bureau Innovatie Binnenvaart, mede dankzij financiering door VenW,
diverse innovatieprojecten uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn de
Pre-demofase roetfilters en de Fase III emissienormstelling, waarbij
nader onderzoek wordt gedaan om een oplossing te vinden voor de
problemen die bij een praktijkexperiment met een motor die voldoet aan
de fase III-normstelling zijn opgetreden.
Daarnaast wordt door VenW in samenwerking met de markt gewerkt aan de
verdere ontwikkeling van River Information Services (RIS), zowel in
Europa als in Nederland (RIS in Nederland).
Andere Overheid, anders werken
Betere regels is een ander streven van Verkeer en Waterstaat. De effecten daarvan worden volgend jaar zichtbaar. De
administratieve lasten voor bedrijven die voortvloeien uit wetgeving
van het ministerie dalen in de komende twee jaar met 273 miljoen euro,
een vermindering van 26%.
Een voorbeeld hiervan is de invoering in 2005
van het River Information System voor de binnenvaart. Hiermee kunnen
vele administratieve handelingen elektronisch worden gedaan. Bij de
zeevaart levert de bundeling van logistieke processen voor bijvoorbeeld
de douane en veterinaire experts ook minder administratieve lasten en
efficiencyvoordeel op. Er komt in 2005 een voorstel voor één waterwet
waarin vele huidige waterregelingen worden opgenomen.