27 Dec '05 -Samengaan Fiwado en Calpam voor NMa geen belemmering
DEN HAAG 27/12 - Het samengaan van de bunkerorganisaties Fiwado en Calpam
leidt tot een gezamenlijk marktaandeel van 20-30% in de
brandstofvoorziening van de binnenvaart. Daar is geen vergunning
voor nodig van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa).
Uit NMa-onderzoek
is 'niet gebleken dat de
prijzen die door aanbieders worden gehanteerd in zodanige mate
inzichtelijk zijn voor hun concurrenten dat, gegeven de marktstructuur
die na de concentratie ontstaat, stilzwijgende afstemming ten aanzien
van de prijzen aan te nemen is'. Prijzen komen veelal in onderhandeling
met individuele afnemers tot stand. Het onderzoek, dat door een
concurrent
was gevraagd, geeft op een bijzondere manier inzicht in de
marktverhoudingen voor
gasolielevering aan de binnenvaart. In 2004 ging daar 926.000 ton in om.
Total
en Calpam zijn beide actief op het gebied van verkoop van gasolie aan
binnenvaart en visserij. Zij zijn zowel actief op het gebied van de
levering aan de eindgebruikers, via bunkerstations, pontons en
bunkerboten, als op het gebied van levering aan handelaren. Total
Nederland levert vanaf de raffinaderij rechtstreeks aan handelaren en
via de bunkerstations van Fiwado aan zakelijke eindgebruikers. Calpam
exploiteert eveneens bunkerstations, en is daarnaast
actief als tussenhandelaar.
Groothandel
Gasolie wordt in de regel direct vanaf de raffinaderijen in Pernis,
Europoort en Vlissingen, of vanuit een depot in Amsterdam geleverd aan
handelaren in het gehele land. De omvang van de markt voor verkoop aan
handelaren van gasolie voor de scheepvaart in Nederland in 2004 bedroeg
circa 1,12 miljoen ton.
Het marktaandeel van Total Nederland bedroeg in 2004 circa 10-20%. Calpam had een marktaandeel in 2004 van
circa 0-10%, zodat het gezamenlijke marktaandeel van partijen in 2004
op de markt voor de groothandel van gasolie voor scheepvaart circa
10-20% is. Naast Total en Calpam zijn de grote oliemaatschappijen,
zoals Esso, Shell en BP actief op dit gebied.
Verkoop aan binnenvaart
De omvang van de Nederlandse markt in 2004 voor de verkoop van gasolie
aan binnenvaart is circa 926.000 ton. Total en Calpam exploiteren
samen 10 bunkerstations (Total Nederland 6 en Calpam 4) voor de
binnenvaart. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt van
de verkoop van gasolie aan de binnenvaart is circa 20-30% (Total
Nederland circa 10-20% en Calpam circa 0-10%).
Op de landelijke markt zijn Slurink bunkerstations met een marktaandeel
van circa 20 – 30% en Rijnplus van Woerden met een marktaandeel van
circa 10 - 20%, de belangrijkste concurrenten. Slurink exploiteert acht
bunkerpunten (stations en pontons) die alle het label Shell voeren,
Rijnplus is een onderneming met vijf bunkerstations, die het Esso-merk
voeren. Daarnaast is er nog een groot aantal ondernemingen met één of
twee vestigingen. Onder deze ondernemingen zijn er zeven die het BP
merk voeren en een groot aantal 'merkloze' verkooppunten.
Op basis van schattingen van partijen en afzetgegevens van
marktpartijen bedraagt volgens de NMa de omvang van de markt in 2004 voor het gebied
Amsterdam – IJmuiden circa 100.000 ton, voor het gebied Nieuwe Waterweg
– Merwede circa 300.000 ton en voor het gebied Rijn – Waal op 380.000
ton.
Prijzen verschillen
Bunkerstations die deel uitmaken van een
landelijk opererende onderneming hebben in principe één gasolieprijs
per klant. Uit onderzoek door de NMa onder concurrenten blijkt echter
dat de concurrentieomstandigheden niet in elk havengebied en op elke
vaarroute dezelfde zijn, en dat prijzen als gevolg hiervan kunnen
verschillen. De gemiddelde prijzen op de hoofdvaarroutes verschillen
van de gemiddelde prijzen van gasolie op de overige vaarroutes.
Daarnaast heeft een concurrent in het kader van het onderzoek
Total/Calpam aangegeven dat binnen zijn netwerk van bunkerstations
enkele vestigingen soms toch individueel met eindgebruikers
onderhandelen over de prijs van gasolie.
Ten aanzien van de landelijke en regionale markten voor verkoop van
gasolie aan de binnenvaart heeft één marktpartij in een zienswijze
aangegeven dat de concurrentiepositie van particuliere exploitanten van
bunkerstations verslechtert als gevolg van de voorgenomen overname. De
overige concurrenten die in het kader van onderhavige zaak zijn
bevraagd hebben alle aangegeven geen negatieve gevolgen te verwachten
van onderhavige concentratie.
Eén van de bevraagde afnemers in deze markt heeft aangegeven als gevolg
van de concentratie minder keuze te hebben in leveranciers, aangezien
niet alle handelaren in staat zijn in de omvang van zijn vraag te
voldoen. Deze marktpartij noemde echter in elk geval Rijnplus en
Slurink als aanbieders die hiertoe wel in staat zouden zijn. De overige
afnemers die in het kader van onderhavige zaak zijn bevraagd hebben
aangegeven geen negatieve gevolgen te verwachten van de voorgenomen
concentratie.
NMa-conclusie
Conclusie van de NMa: De symmetrie in marktaandelen tussen de grote
spelers wordt door de voorgenomen overname niet vergroot. Verder stelt
de mededingingsautoriteit in het onderzoek dat prijzen voor levering
van gasolie aan de scheepvaart tot stand komen op basis van
onderhandelingen met individuele afnemers. Dit heeft tot gevolg dat de
prijzen voor de levering van gasolie aan de binnenvaart per leverancier
en per afnemer aanzienlijk kunnen verschillen. Verschillen zijn er met
betrekking tot de leveringsvoorwaarden en de hoogte van de prijs naar
gelang de omvang van de afnemer en de duurzaamheid van de relatie
tussen de leverancier en de afnemer.
Het uitgangspunt voor de berekening van de prijzen voor gasolie is hetzelfde voor alle aanbieders van gasolie, namelijk de Platts-notering.
De manier waarop de eindprijs tot stand komt, verschilt echter per
aanbieder. Sommige aanbieders nemen de gemiddelde dagnotering als
uitgangspunt, andere een gemiddelde 5-daagse notering of een gemiddelde
maandprijs. Uit het onderzoek in het kader van onderhavige zaak is niet
gebleken dat de prijzen die door aanbieders worden gehanteerd in
zodanige mate inzichtelijk zijn voor hun concurrenten dat, gegeven de
marktstructuur die na de concentratie ontstaat, stilzwijgende
afstemming ten aanzien van de prijzen aan te nemen is.