09 Dec '05 -OPINIE: Betuweroute = concurrentievervalsing
Door Han de Bruin ***
In Nieuwsblad Transportvan 9
november jl. leverde Folkert Nicolaï een hoopvol commentaar over het welslagen
van de Betuweroute, naar aanleiding van de toegezegde deelname van de deelstaat
Rheinland-Westfalen in de aanleg van het fameuze “drittes Gleis” op het
vervolgtracé (van Emmerich naar Oberhausen). Even een kleinigheid toevoegen:
van dit “derde spoor” is al meer dan 12 jaar sprake en dat was niet om de
Betuweroute te plezieren (dat zeggen wij om ons slechte geweten te sussen), maar
voor de HSL Frankfurt-Schiphol. Die befaamde HSL, die door Netelenbos werd
geschrapt, bij gebrek aan middelen. Zulke gevallen kent ook de B.R.D.; kijkt u
maar naar het halverwege in het bos ophoudende spoor van de HSL
Erfurt-Nürnberg.
In zijn commentaar gaf Nicolaï al aan waar de schoen van het
welslagen zou wringen: bij de gebruikstarieven. In N.T. van 23 november jl.
staat op p. 3 het voorspelbare resultaat te lezen. Ik heb de afgelopen jaren
verschillende schattingen gemaakt over
te verwachten opbrengsten. Een emeritus hoogleraar economie was zo vriendelijk
er zelfs een contrôle met spreadsheets op los te laten. Hij kon n.l. niet
geloven dat het zó weinig zou zijn. Nu levert N.T. in het artikel van Jan
Trommelen echter bijna dezelfde resultaten: Bij een vervoer van 20 Mton/jaar
levert dit ProRail (ons; de Staat) op: € 7.547.690,--. Zou het vervoer toenemen tot 30 Mton, hetgeen al een toename zou
zijn boven de prognoses voor 2015 à 2020 op de oost-west as, dan blijft de
teller staan op € 11.321.535,--. Bij dit bedrag zou dan overigens een fysieke
capaciteit op het Duitse net behoren van 150 treinen per dag, hetgeen vóór 2012
sowieso niet het geval zal zijn, en mogelijk ook veel later niet.
Als op basis van het gemiddelde tarief van € 2,42 per
treinkm een vraaguitval van 41% dreigt, dan worden de geprognosticeerde
tonnages én opbrengsten bijna gehalveerd. Waarmee overigens ongewild aangestipt
wordt, dat met tot nog toe gehanteerde vergoedingen het spoorvervoer al
tientallen jaren overleeft dankzij subsidie. Maar zelfs als die dreigende taal
van de spoorvervoerders wordt genegeerd, dan ben ik nog niet toe aan ook maar
een fractie van de kostendekking voor dit bijzondere stuk infrastructuur,
waarover ik de concurrentievervalsing t.o.v. van weg & water zal aantonen.
De Betuweroute is aangelegd voor in feite één “dedicated
user”: het bedrijf NS-Goederenvervoer. Dat dit later als NS-Cargo geheel zou
opgaan in het dochterbedrijf Railion van Deutsche Bahn, doet aan deze
constatering weinig af. Ook niet de gevolgen van de “liberalisering” op het
spoor. Behalve de reus Stinnes-Railion (= gewoon Deutsche Bahn) doen er nu dan
ook een paar dwergen mee, met –zoals Rail4Chem- een nicheplaats voor een stukje
niche in de markt. Van infrastructuur voor openbaar gebruik en een onmisbaar
openbaar nut is geen enkele sprake. Dat blijkt b.v. uit het gedrag van Deutsche
Bahn: op tracé’s langs de Rijn (en wat is de Betuweroute?) worden lagere
tarieven voor vervoerders gehanteerd dan voor vergelijkbare afstanden die níet
langs een vaarwater lopen. Dat dit mede aanleiding is voor de reusachtige
schuld van D.B.; “who cares?” De Duitse belastingbetaler houdt het overeind !
De Betuweroute heeft per 1 januari 2007 totaal circa € 5,5
miljard gekost; reken ook samengesteld interest à 4% mee voor de sinds 1995
geïnvesteerde gelden. Schrijven wij de lijn af over 100 jaar, een overigens
waanzinnige termijn, dan gaat die lijn ons 100 jaar lang (4 + 1= 5% over € 5,5
miljard) aan kapitaallasten € 275 miljoen kosten. Voor onderhoud en reparatie,
plus kosten van toe te rekenen deel van personeel ProRail, kan men over langere termijn een kostenpost van circa €
40 miljoen/jaar verwachten. Totaal: € 315 miljoen per jaar. Waar dan een
“vergoeding” van 7,5 à 11 miljoen tegenover staat. Het verschil wordt opgehaald
bij het wegvervoer. Oostenrijk en Duitsland financieren het spoor met de Maut,
Zwitserland met het Autobahnvignet en hier loopt men zich warm voor een “super
Euro-vignet”. Voor de enige modaliteit die nu al ruimschoots met accijns en
wegenbelasting de kosten van infrastructuur terugbetaalt aan Staat en
belastingbetaler. Zelfs de binnenvaart betaalt, via haven- sluis- en liggelden
nu al grotendeels haar kosten terug. En voor zover men wil wijzen op de
kosteloze, maar wel dure kunstwerken als Volkeraksluizen et cetera, dan moet ik
er op wijzen, dat die er vroeger niet lagen. Maar de binnenvaart vaart al
eeuwen van Rotterdam naar Antwerpen. En dat geldt zo ongeveer voor alle dure
kunstwerken van het Rijk waar de binnenvaart onderdoor of doorheen vaart.
Waar spoor voor O.V. een duidelijke, openbare nutsfunctie
heeft (al was het maar voor jeugd, gehandicapten en ouderen), is het duidelijk
dat dit de gemeenschap iets moet kosten, net als de politie of de
straatverlichting. Wij betalen daarom met zijn allen ruim 50% van de werkelijke
kosten van het trein- of buskaartje. Bij de Betuweroute gaan wij echter
minstens 96% betalen en kan spoorvervoer, dankzij deze generositeit, doorgaan
met voor zowel weg- als watervervoerder stelselmatig de vrachttarieven te
verzieken. Dat heet bij mij concurrentievervalsing.
Johan de Bruin
***
Han de Bruin (1941), vervoersdeskundige en publicist, heeft een
emotionele band met transport in het algemeen. Hij is geen principiële
treinhater, maar bekijkt graag alle problemen van buiten de krijtlijnen
om de oorzaken van de problemen en de oplossingen te toetsen aan
"horse-sense", ofwel: gewoon nuchter boerenverstand. En - belangrijk -
hij wordt door niemand voor zijn mening betaald.
In zijn "Lion's Lezing"
, die overigens toe is aan herziening en aanvulling, legde hij uit met
welke machinaties de besluitvorming van projecten als de Betuwelijn tot
stand komt. Het aantreden van oud-minister Annemarie Jorritsma als
voorzitter van Koninklijke Schuttevaer was voor hem aanleiding zijn lidmaatschap (B-lid sinds 1968) op te zeggen.