14 Okt '05 -Europa nog niet rijp voor marinecluster
14/10 - 'Voor elk land is de marine-industrie een nationaal belang. Dat een
herstructurering noodzakelijk is, wil iedereen nog wel erkennen. Dat
een herstructurering in Europees verband voordelen biedt, daar wil men
ook nog wel aan. Maar om de daad bij het woord te voegen, en daarbij
mogelijk pijnlijke gevolgen voor lief te nemen, dat is nog een brug te
ver. Eigenlijk zit iedereen erop te wachten dat de werf van zijn buurman omvalt.'
Dat zei Defensie-staatssecretaris Cees van der Knaap
gisteren op het symposium ‘Marktplaats.EU – de Nederlandse inbreng
in Europa’ van NIID, de Stichting Nederlandse Industriële Inschakeling Defensie-opdrachten. In het afgelopen jaar heeft hij in een aantal Europese
landen geprobeerd
steun te vinden voor een Europees marinecluster. Van der Knaap sprak in
Duitsland,
Engeland, Frankrijk, Italië en Zweden met ambtgenoten en de
industrie.
Marinecluster wenselijk
In zijn toespraak vorig jaar ging Van der Knaap voor de spelers in de
Nederlandse defensie-industrie al in op de wenselijkheid van een
Europese marinecluster, vergelijkbaar met Airbus. Hij vindt nog steeds
dat zo'n marinecluster er moet komen. 'Het is duidelijk dat
de marinebouw in Europa een structurele
overcapaciteit heeft. Ook is de marinebouw sterk gefragmenteerd. Europa
heeft op dit gebied 12 concerns en 22 werven. Vergelijk dat eens met de
VS, waar twee concerns met drie werven de schepen voor de Amerikaanse
marine bouwen. Ik voorspelde vorig jaar al dat een herstructurering
onvermijdelijk is.
Onvermijdelijk, vanwege de krimpende defensiebudgetten en de scherpe
concurrentie uit de VS en Azië. Gebeurt het niet nu, dan gebeurt het
wel over vijf, of tien jaar. Om rendabeler te werken, en daarmee op
termijn te overleven in de concurrentiestrijd, moet er in de industrie
een schaalvergroting komen en moeten de krachten gebundeld worden.'
Maar voor iedereen is het hemd nader dan de rok, heeft Van der Knaap
gemerkt. 'Elk land wil graag zijn eigen industriële belangen
veiligstellen. Zowel
voor de korte termijn - de werkgelegenheid - als voor de lange termijn:
ervoor zorgen dat je straks bij de belangrijke spelers hoort die over
blijven.' Vanuit individuele standpunten is dat volgens de
staatssecretaris misschien begrijpelijk en logisch. 'Maar op de wat
langere termijn is afwachten niet de beste strategie.
Het is wel het beste recept om uiteindelijk veel meer kwijt te raken
dan ons gezamenlijk lief is.'
Over de landsgrenzen
Samenwerken kan niet ophouden bij de landsgrenzen, meent Van der Knaap.
'Het is niet voldoende dat we het staal in Roemenië of Polen laten
lassen. Het is voor de Nederlandse industrie nu zaak dat er verdere
samenwerking wordt gezocht met vergelijkbare Europese bedrijven.'
Hij weet dat sommigen dat al doen. Bijvoorbeeld voor nieuwe
gemeenschappelijke ontwikkelingsprojecten in bepaalde marktsegmenten of
in de vorm van verdere specialisatie, allianties of fusies. Van der
Knaap: 'Dat gaat ongetwijfeld ergens pijn doen, al is het maar
bij het gevoel van nationale trots. Daar staat tegenover dat je
uiteindelijk het beste kunt overhouden van wat de diverse
scheepsbouwlanden te bieden hebben. En dat is nodig om de beste schepen
te blijven bouwen, en daarmee een eigen exportpositie te handhaven en
de werkgelegenheid ten dele veilig te stellen.'