05 Sep '04 -RvTV: 'Overheid moet regels tegen overbelading beter handhaven'
De Raad voor de Transportveiligheid onderzocht
ongevallen door
(in)stabiliteit van binnenschepen, met name beunschepen, sleepboten en
pontons. Bij het onderzoek wordt lering getrokken uit ongevallen met de
sleep-/duwboot Aqua Vita (11 december 2000 gekapseisd op het
IJsselmeer, 2 doden), de sleep-/duwboot LE-DI (10 januari 2001
omgeslagen bij het slepen), het beunschip Bo/Gy (15 oktober 2001 door
overbelading gekapseisd, 1 dode), de kraanponton VW III, de onderlosser
Heeswijk (gekapseisd door onevenwichtige belading, 1 dode) en de
sleepboot Albatros (gekapseisd tijdens slepen).
Het volledige onderzoeksrapport
(1,2 Mb in PDF) is online beschikbaar. Daarin ook de theorie van
stabiliteit en een overzicht van stabiliteit voor schepen in de wet- en
regelgeving.
Persbericht Raad voor de Transportveiligheid
DEN HAAG 2/9 - De overheid dient een consequent en eenduidig beleid te
voeren om te voorkomen dat binnenschepen worden beladen tot boven het
ijkmerk. Die aanbeveling richt de Raad voor de Transportveiligheid,
onder voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, tot de ministers
van Verkeer en Waterstaat en Justitie in een rapport over 'De
stabiliteitsrisico's van binnenschepen en drijvende werktuigen'. De
Raad heeft vastgesteld dat de handhavende instanties overschrijding van
de ijkmerken in de praktijk bewust gedogen hoewel, zoals blijkt uit het
onderzoek naar een aantal ongevallen met beunschepen, overbelading een
rol kan spelen bij het kapseizen en zinken van dergelijke met zand (en
water) geladen schepen.
Bij het breed opgezette onderzoek van de Raad kwam naar voren dat
stabiliteitsproblemen zich niet alleen voordoen bij beunschepen, maar
ook duw/sleepboten (sleepboten die, in verband met gewijzigde
marktomstandigheden, zijn omgebouwd tot duwboten) en pontons. Wat de
duw/sleepboten betreft stelt de Raad vast dat na verbouwing deze
vaartuigen veelal een hoger zwaartepunt hebben gekregen, wat nadelig is
voor de stabiliteit. Daarbij komt dat de schippers van deze schepen
tegenwoordig niet veel ervaring opdoen als slepers. In de enkele
gevallen dat ze wel optreden als sleper worden er grote zijwaartse
krachten op de schepen uitgeoefend; als ze daar niet goed mee omgaan is
het risico van kapseizen groot.
Wat de pontons betreft stelt de Raad vast dat daar in het algemeen geen
sprake zal zijn van een stabiliteitsprobleem, gezien de grote breedte
in verhouding tot de diepgang. Deze aanvangsstabiliteit kan echter
negatief worden beïnvloed door de constructie die erop wordt gemonteerd
(bijvoorbeeld een kraan) en door het gebruik daarvan. Instabiel wordt
een ponton ook wanneer (betrekkelijk) grote aantallen mensen erop
worden vervoerd, die in een poging de voeten droog te houden alle aan
één kant gaan staan. Dat laatste deed zich voor bij een door
Staatsbosbeheer als veerpont ingezet ponton, waardoor een twintigtal
personen te water raakte - overigens zonder ernstige gevolgen.
De Raad voor de Transportveiligheid richt ook een aanbeveling tot de
betrokken brancheorganisaties (Centraal Bureau voor de Rijn- en
Binnenvaart, Koninklijke Schuttevaer, Kantoor Binnenvaart, Vereniging
van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken en Vereniging van
sleep- en duwbooteigenaren 'Rijn en IJssel'). Deze organisaties wordt
aanbevolen de leden te stimuleren om na verbouwingen aan hun schip de
stabiliteit te laten controleren. Bemanningsleden moeten de
stabiliteitslimieten voor de schepen kennen en ermee werken. Ook zouden
de organisaties hun leden moeten stimuleren om na verbouwingen hun
schepen te laten controleren op stabiliteit.
De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen internationaal
initiatieven te ontplooien voor algemene regels voor stabiliteitseisen
in de binnenvaart. De kennis van de beroepsgroep op het gebied van
stabiliteit van schepen zou moeten worden bevorderd, onder meer via de
vakopleiding.