04 Jan '08 -EVO: ‘Nieuwe terreurwet Verenigde Staten obstakel voor vrije wereldhandel’
ZOETERMEER 4/1 - Het Advanced Trade Data Initiative, een nieuwe Amerikaanse anti-terreurmaatregel, is volgens de verladersorganisatie EVO 'de zoveelste beperking van de vrije handel'. Deze week is het door de Verenigde Staten als wetsvoorstel gepubliceerd. Amerikaanse bedrijven die goederen importeren, worden verplicht om 24 uur voor belading van het schip in de vertrekhaven een grote hoeveelheid informatie over de zending aan de douane te verstrekken. Het doel van deze nieuwe maatregel is het risico op smokkel van massavernietigingswapens in zeecontainers te verminderen.
De Europese regels gericht op het voorkomen van
terreuraanslagen zijn volgens de Nederlandse verladersorganisatie reeds voldoende om het gewenste veiligheidsniveau
te bereiken. EVO gaat de Europese Unie en de Verenigde Staten vragen om
deze wet niet te laten gelden voor handel met Europese lidstaten en in
plaats daarvan te kiezen voor wederzijdse erkenning van de reeds
bestaande Authorized Economic Operator (AEO). Dit systeem schrijft al
voor welke maatregelen ondernemers kunnen nemen om de logistieke keten
veiliger te maken.
Dat betekent ook dat het tijdschema van invoering van de AEO moet
worden gevolgd. Volgens de AEO moet pas vanaf 1 juli 2009 voorafgaand
aan zendingen informatie over de lading aan douaneautoriteiten worden
doorgegeven.
Tien sets plus twee
Het op 2 januari gepubliceerde ‘Advanced Trade Data Initiative’ vereist
dat Amerikaanse importeurs tien sets met gegevens aanleveren en
scheepvaartmaatschappijen twee. Daarom wordt dit voorstel ook wel de
‘10+2 regel’ genoemd. De importeur moet onder meer naam en
adresgegevens aanleveren van leverancier, verkoper, koper, ontvanger en
groupagebedrijf alsmede de locatie waar de container is beladen en het
identificatienummer van de importeur. De rederijen moeten hun stuwplan
en informatie over de locatie van de containers verstrekken.
Dit betekent zowel voor importerende Amerikaanse bedrijven als
ondernemers die handel drijven met de Verenigde Staten een grote
lastenverzwaring. Nederlandse bedrijven die exporteren moeten de
informatie straks door deze maatregel nog eerder dan de 24 uur voor
belading van het schip doorgeven aan hun Amerikaanse zakenpartners. Dit
terwijl ondernemers veel van deze gegevens al moeten doorgeven aan
andere instanties als gevolg van andere securitymaatregelen.
Daarmee is dit voorstel de zoveelste loot aan de Amerikaanse boom van
terreurwetgeving. Vorig jaar werd in de Verenigde Staten een wet
aangenomen die bepaalt dat over vijf jaar alle maritieme containers met
bestemming Verenigde Staten moeten worden gescand in de haven van
vertrek. Daarnaast bestaan nog het Container Security Initiative (CSI)
voor buitenlandse havens, het ISPS programma voor havens en rederijen,
het Customs and Trade Partnership against Terrorism (C-TPAT). Ook werd
al eerder de ‘24 uursregel’ geïntroduceerd, waarbij lading en
scheepsgegevens 24 uur voor belading van het schip bij de Amerikaanse
douane bekend moeten zijn.
'Los van de administratieve druk die dit voorstel op exporteurs en
importeurs legt, is het onwenselijk dat zakelijke partijen nu gedwongen
worden om commercieel gevoelige informatie uit te wisselen', vindt EVO.