Persbericht Nationale Ombudsman
ONVOLDOENDE CONTROLE OP
NALEVING WET VRACHTVERDELING BINNENVAART
Den Haag, 16 december 1997
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft onvoldoende actie
ondernomen om de naleving van de Tijdelijke wet vrachtverdeling
Noord-Zuid-vervoer te controleren. Dit is de conclusie van een onderzoek
dat de Nationale ombudsman, mr.dr. M. Oosting, heeft ingesteld naar
aanleiding van een klacht van drie verenigingen van binnenvaartschippers
over die controle. Zo heeft de Rijksverkeersinspectie van het Ministerie
ten onrechte niets gedaan met gegevens over mogelijke overtredingen van
deze wet, die door één van de schippersverenigingen aan haar werden
gestuurd. Ook heeft de Rijksverkeersinspectie informatie die bij
Rijkswaterstaat beschikbaar was, ten onrechte niet gebruikt.
De Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (TWNZ) regelt het
beroepsvervoer van bepaalde goederen per binnenschip vanuit Nederland
naar delen van België en Frankrijk. Deze vrachten moeten op
schippersbeurzen worden aangeboden, en bij toerbeurt onder de
binnenvaartschippers worden verdeeld. De Rijksverkeersinspectie van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat is belast met de handhaving van de
voorschriften in de TWNZ. In 1996 is de TWNZ in werking getreden. In dat
jaar is niet de verwachte 6 miljoen ton vracht via de schippersbeurs
verdeeld, maar slechts 4,5 miljoen ton. Eén van de mogelijke oorzaken
hiervan is onvoldoende controle door de Rijksverkeersinspectie op de
naleving van de wet. Hierdoor kan een aantal transporten ten onrechte
buiten de beurs om zijn gegaan.
Geen gebruik van informatie over mogelijke overtredingen
In 1996 heeft één van de schippersverenigingen dagelijks overzichten van
ladingstromen in het Noord- Zuid-vervoer aan de Rijksverkeersinspectie
in Rotterdam verstrekt. Uit deze overzichten viel af te leiden dat de
TWNZ mogelijk in een (groot) aantal gevallen werd overtreden. De
Rijksverkeersinspectie heeft met deze gegevens niets gedaan, omdat ze
vermoedde dat ze onrechtmatig waren verkregen. De Nationale ombudsman
vindt dit argument in dit geval niet houdbaar. Hij is van oordeel dat de
overzichten voor de Rijksverkeersinspectie in ieder geval aanleiding
hadden moeten zijn om al vroeg in 1996 het toezicht op de naleving van
de TWNZ aan te scherpen.
Gegevens ook beschikbaar bij Rijkswaterstaat
Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman is gebleken dat de
overzichten die de schippersvereniging aan de Rijksverkeersinspectie
heeft gestuurd afkomstig waren van een Belgisch ontvangstkantoor van
scheepvaartrechten. Diezelfde informatie wordt echter ook verzameld in
het Informatie Verwerkend Systeem (IVS) van Rijkswaterstaat. Het gaat om
gegevens over naam en eigenaar van het schip, aard van de lading, plaats
van vertrek en bestemming. De Rijksverkeersinspectie heeft dit soort
gegevens nodig wil zij haar handhavingstaak effectief kunnen uitvoeren.
Er is naar het oordeel van de Nationale ombudsman voor de
Rijksverkeersinspectie geen belemmering om deze informatie bij
Rijkswaterstaat op te vragen. De Nationale ombudsman vindt het dan ook
vreemd dat de Rijksverkeersinspectie dit nooit heeft gedaan.
Onderzoek naar een groot transport
In november 1996 stelde de Rijksverkeersinspectie een onderzoek in naar
mogelijke overtreding van de TWNZ door een onderneming met vestigingen
in Rotterdam en Antwerpen. Deze onderneming vervoerde in 1996 met
schepen van derden bijna een miljoen ton vracht vanaf de Rotterdamse
Maasvlakte naar België. Uit dit onderzoek bleek dat in ieder geval een
deel van dit transport ten onrechte niet via de beurs was gegaan.
Volgens de Nationale ombudsman heeft de Rijksverkeersinspectie zich ook
in deze kwestie onvoldoende actief opgesteld. Ze had dit onderzoek al
veel eerder moeten doen. Zo had de Rijksverkeersinspectie zich al eind
januari 1996 moeten afvragen of het bewuste transport niet ten onrechte
buiten de beurs om ging. Toen heeft de Minister namelijk het begrip
‘beroepsvervoer’ **
De TWNZ maakt onderscheid tussen ‘beroepsvervoer’(vervoer van vracht
door zelfstandig ondernemende binnenschippers), dat via de
schippersbeurs moet verlopen, en ‘eigen vervoer’(vervoer van vracht met
schepen waarover de verlader/aanbieder van vracht zelf de volledige
zeggenschap heeft), dat buiten de beurs om mag gaan. nader gedefinieerd
in een reactie op vragen van de Belgische overheid, waarin expliciet
naar dit transport werd verwezen.
Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer
De Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (TWNZ) is op 1 januari
1996 in werking getreden en geldt tot 31 december 1999. De wet is tot stand
gekomen in verband met acties van binnenschippers in de zomer van 1993. Zij
heeft tot doel om, met behoud van stabiliteit in de markt, een overgang naar
een vrijere marktwerking in het Noord-Zuid-vervoer te bewerkstelligen.
Naar VAART! Berichten of VAART! Actueel