Maandelijks ABRI-column in VAART! - mei 1998

Overgang van eenmanszaak naar BV

Veel ondernemers in de binnenvaart hebben een Vennootschap Onder Firma
(man-vrouw-firma) of een éénmanszaak. Om meerdere redenen kan bewust of
onbewust hiervoor gekozen zijn. Een nadere beschouwing.

Vaak vindt de omzetting van een eenmanszaak naar B.V. plaats per 1
januari van enig jaar. Omdat het boekjaar van een eenmanszaak (bijna
altijd) gelijk is aan het kalenderjaar, lijkt dit logisch. Zoals hierna
blijkt, kan een ander overgangstijdstip in bepaalde situaties voordeel
brengen.

Waarom de B.V. in?
Er is een aantal redenen voor een ondernemer om zijn eenmanszaak om te
zetten in een besloten vennootschap. Naast beperking van aansprakelijkheid
is belastingbesparing vaak de belangrijkste reden om "de B.V. in te gaan".
Het toptarief in de inkomstenbelasting bedraagt 60%, terwijl het tarief
vennootschapsbelasting 35% bedraagt.

Een B.V. wordt voor een ondernemer vanuit fiscaal oogpunt pas interessant
bij een winst van ongeveer f 150.000,-- à f 200.000,--.

Overgangstijdstip 1 januari
Bij het opmaken van de jaarstukken en bespreking daarvan met de accountant
of belastingadviseur blijkt dat in het voorgaande boekjaar de winst
aanzienlijk is geweest. "Dan moeten we de B.V. in", wordt al snel geroepen.
Eenvoudshalve wordt vaak 1 januari van het lopende boekjaar aangehouden. Dit
sluit mooi aan bij het einde van het voorgaande boekjaar. Dit betekent dat
de onderneming met terugwerkende kracht voor rekening en risico van de op te
richten B.V. wordt uitgeoefend.

Bij een overgang van eenmanszaak naar B.V. blijft onder voorwaarden
fiscale afrekening over stille reserves en goodwill achterwege. Dit
betreft een zogenaamde fiscaal geruisloze inbreng. Fiscaal is in dat
geval slechts terugwerkende kracht tot 1 januari toegestaan als de
voorgenomen oprichting van de B.V. voor 1 oktober van het jaar is
vastgelegd in een zogenaamde intentie-overeenkomst.

In een situatie dat een overgang mèt fiscale afrekening over stille
reserves en goodwill de voorkeur heeft boven een geruisloze inbreng, is
de mogelijkheid om de inbreng met terugwerkende kracht te laten
plaatsvinden beperkt tot drie maanden.

Ander overgangstijdstip
Het overgangstijdstip kan ook op een andere datum dan 1 januari liggen.
Hierdoor is in bepaalde situaties een aanzienlijk fiscaal voordeel
haalbaar. Indien bijvoorbeeld wordt gekozen voor 1 oktober als
overgangstijdstip, kan nog gedurende 9 maanden van de fiscale voordelen
van een eenmanszaak worden geprofiteerd. De laatste 3 maanden van het
jaar kunnen de voordelen van een B.V. (eventueel B.V. in oprichting)
worden genoten.

Voordelen bij ander overgangstijdstip
De belangrijkste voordelen van een ander overgangstijdstip bestaan uit
het kunnen toepassen van de zelfstandigenaftrek (afhankelijk van de
winst tot f 9.825,--), vermogensaftrek (1% van het fiscaal vermogen bij
aanvang van het boekjaar) en toepassing fiscale oudedagsreserve
(toevoeging aan de reserve tot maximaal f 20.192,-- een en ander
afhankelijk van de hoogte van de winst). Daarnaast kan een voordeel met
betrekking tot de investeringsaftrek ontstaan door investeringen te
verdelen over de periode eenmanszaak en de B.V.-periode. De extra
aftrekpost die op deze wijze kan worden gecreëerd kan in totaal oplopen
tot ruim f 25.000,--. (alle bovenstaande bedragen zijn gebaseerd op
1997).

Arbeidsbeloning in voorperiode
Gedurende de periode na het overgangstijdstip en voor daadwerkelijke
oprichting van de B.V. kan de verschuldigde inkomstenbelasting verder worden
beperkt door het volstaan met een lage arbeidsbeloning. De vanaf 
1 januari 1997 geldende fictief salarisregeling voor directeur/
aandeelhouders is niet van toepassing op de arbeidsbeloning in de
voorperiode van een B.V.

Nadelen ander overgangstijdstip
Een nadeel van een ander overgangstijdstip dan 1 januari kan zijn dat over
één kalenderjaar twee jaarrekeningen moeten worden gemaakt, zowel van de
eenmanszaak als van de B.V. Door te kiezen voor een lang eerste boekjaar van
de B.V. dat eindigt op 31 december van het op het overgangstijdstip volgende
kalenderjaar kan dit nadeel worden beperkt doordat met tussentijdse cijfers
per 1 januari kan worden volstaan. Een ander nadeel van een later
overgangstijdstip kan zijn dat de winst van de eenmanszaak langer met
inkomstenbelasting wordt belast, in plaats van het lagere tarief
vennootschapsbelasting.

Conclusie
De overstap van eenmanszaak naar een B.V. is een belangrijke beslissing.
Onderdeel van de noodzakelijke planning bij deze overstap vormt de keuze van
het overgangstijdstip. Door te kiezen voor een ander overgangstijdstip dan
1 januari is in bepaalde situaties een aanzienlijk fiscaal voordeel te 
behalen.

B(ehouden) V(aart)

Wim Onderdelinden

Stichting A.B.R.I.
Heemraadssingel 196
3021 DM  ROTTERDAM
Tel:   010 - 425 90 33
Fax:   010 - 425 89 63
Email: abri@per.nl

Terug naar: VAART! in Bedrijf