Maandelijks ABRI-column in VAART! - april 1997 Inbouwkeuken en fiscale gevolgen De trend die al vele jaren waarneembaar is aan de wal te weten aanschaf van een mooie nieuwe inbouwkeuken, gaat ook niet aan de binnenvaart voorbij. Men heeft relatief veel geld over om dit belangrijke "domein" er netjes te laten uitzien. Bij een ondernemer in de binnenvaart komen er dan nog wel een aantal fiscale zaken om de hoek kijken. Tot voor kort waren er drie categorieen van belang: - keukens op nieuwbouwschepen - keukens op aangekochte gebruikte schepen waar de eerste reis nog niet is aangevangen - keukens op schepen waarmee men reeds reizen heeft verricht Voor wat betreft de aftrekbaarheid is al heel lange tijd geen discussie meer. Een aard- en nagelvaste ingebouwde keuken is, voor wat de inkomstenbelasting betreft, aftrekbaar. De latere verkoopsom van het schip (dus inclusief de inbouwkeuken) is immers ook geheel belast. Voor wat betreft de omzetbelasting was het tot voor kort nogal ingewikkeld. Categorie 1: aftrek (B.T.W.-restitutie) toegestaan Categorie 2: aftrek toegestaan indien investering plaatsvond voor 20 maart 1995 Categorie 3: aftrek niet toegestaan Voor wat betreft categorie 2 is het volgende van belang. Vanwege een recent arrest dat uitviel in het voordeel van belastingplichtige, heeft de belastingdienst haar richtlijnen/beleid bijgesteld. Hierdoor is de regeling maar voor een uitleg vatbaar: niet meer mogelijk voor investeringen na 20 maart 1995. Conclusie is dan ook dat alle schippers behalve degenen die nieuwbouw plegen, de dupe zijn. Dit is de datum dat er een verslag is uitgereikt van een consulentendag. Op dat moment en op deze wijze mag de belastingdienst dit kennelijk tot beleid verschaffen. Het fiscaal zeer belangrijke begrip "gelijkheidsbeginsel" is kennelijk niet van toepassing. Er wordt met twee maten gemeten (nieuwbouw versus niet- nieuwbouw). Ook het feit dat 2 belastingen "elkaar tegenspreken" is raar en bijzonder. De inkomstenbelasting zegt: accoord, zakelijk, aftrekbaar. De omzetbelasting daarentegen: niet accoord, prive, niet terug-vorderbaar, geen aftrek. Ook bij de belastingdienst wordt nogal verschillend aangekeken tegen deze tegenstrijdigheid. Kortom, het blijft kennelijk moeilijk om de verwevenheid (varend bedrijf met daarin woongedeelte) fiscaal goed te interpreteren. Het verdient m.i. aanbeveling dat vanuit alle bonden een fiscaal werkgroepje wordt gevormd die zaken signaleert en die ook, indien nodig, een intermediair kan zijn tussen binnenvaartondernemers en het Ministerie. U veel "keukengenot" toewensend, zeg ik: tot de volgende keer Rotterdam, 28 april 1997 Wim Onderdelinden Stichting A.B.R.I. 010 - 425 90 33 Terug naar: VAART! in Bedrijf